Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

34.

Rendement Fonds Nazorg

Risico

Het ingelegde kapitaal in Fonds Nazorg rendeert niet conform de vastgestelde rekenrente

Oorzaken

  • Ontwikkelingen op de kapitaal-/aandelenmarkt leiden tot tegenvallende beleggingsresultaten en daarmee een lager rendement op het ingelegde fondsvermogen.
  • Noodzaak tot herziening van de rekenrente op basis van nieuw onderzoek (ALM studie) of vanwege afspraken over een alternatieve methodiek voor de bepaling van de rekenrente

Gevolg(en)

  • Er treden tekorten op in de doelvermogens van de gesloten stortplaatsen die worden beheerd door Fonds Nazorg. Hierdoor kan de eeuwigdurende nazorg van de gesloten stortplaatsen (wettelijke taak) niet uitgevoerd worden. Tekorten in het doelvermogen van de gesloten stortplaatsen van het Fonds Nazorg Zuid-Holland moeten worden aangevuld door de provincie Zuid-Holland.  

Achtergrond informatie

In het Fonds Nazorg worden doelvermogens opgebouwd voor het eeuwigdurend beheer van de gesloten stortplaatsen. Om het benodigde inlegkapitaal te bepalen wordt momenteel een rekenrente gehanteerd van 4,55%. De rekenrente wordt gebaseerd op een ALM studie. Het Ministerie van I&W heeft een onderzoek uitgevoerd naar een mogelijke alternatieve methodiek om de bepaling van de rekenrente voor heel Nederland te uniformeren. Hierdoor bestaat de kans dat de huidige rekenrente van 4,55% wordt aangepast.

Maatregelen

  • Monitoring van de opbouw van het doelvermogen voor Fonds Nazorg
  • Aanpassen van de rekenrente en bijstorten van inlegkapitaal

Status risico

Het onderzoeksrapport van het Ministerie van I&W doet de aanbeveling om de rekenrente te baseren op het gemiddeld rendement van alle nazorgfondsen in Nederland van de afgelopen 10 jaar (in de periode 2011-2021 tussen de 4,5% en 4,6%). De beslissingsbevoegdheid tot aanpassing van de rekenrente ligt momenteel bij de individuele provincies/nazorgfondsen en niet bij het Rijk. Eventuele uniformering van de rekenrente zal dan ook in IPO-verband moeten worden besloten. Door de huidige verschillen in de gehanteerde rekenrente tussen de provincies zijn de (financiële) gevolgen van de opvolging van de aanbeveling van het onderzoek voor elke provincie verschillend.
Naast de rekenrente zijn ook de daadwerkelijke beleggingsresultaten in een specifiek jaar relevant voor de mogelijke bijstortverplichtingen van de provincie. In de eerste helft van 2022 is het fondsvermogen gedaald met meer dan 10% in verband met de ontwikkelingen op de kapitaal- /en aandelenmarkt. Zo’n forse daling komt historisch gezien niet vaak voor maar kan   leiden tot een verplichting tot bijstorting in dat jaar. De hoogte hiervan is mede afhankelijk van de opgebouwde buffers / beleggingsresultaten in de voorgaande jaren.
Voor de kwantificering van het risico uitgegaan van een daling van de rekenrente naar 3,5%. Dit leidt tot een tekort van € 20,4 mln in het doelvermogen als zijnde de totale impact van het risico. De kans van optreden wordt ingeschat op 25 – 50%. Dit resulteert in een risico van € 7,65 mln (37,5% van € 20,4 mln). Hiervan wordt € 5,5 mln gedekt uit de opgebouwde risicoreserve. Het resterende risico ad € 2,2 mln wordt afgedekt via de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.

Deze pagina is gebouwd op 04/04/2023 13:37:22 met de export van 04/04/2023 07:58:17