Inventarisatie risico's en benodigde weerstandscapaciteit
In deze paragraaf worden de netto strategische risico’s toegelicht die de benodigde weerstandscapaciteit bepalen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen beleidsmatige risico's, die (nog) geen financiële afdekking behoeven vanuit de algemene reserve, en de financiële risico's, die worden meegenomen voor het bepalen van het weerstandsvermogen. De beleidsmatige risico’s zijn opgenomen vanwege politiek/bestuurlijke importantie en/of om de ontwikkeling van deze risico’s in relatie tot de aangehouden buffers op het niveau van de begrotingsprogramma’s te kunnen blijven volgen.
Toelichting op de inventarisatie van de risico's
De risico’s zijn geactualiseerd ten opzichte van de Jaarrekening 2021. Er zijn drie nieuwe risico’s geïnventariseerd. Er zijn geen risico’s waarvan het netto effect met meer dan € 0,5 mln. is gewijzigd. Twee risico’s komen te vervallen. Een uitgebreidere toelichting is terug te vinden bij de risicobeschrijvingen.
Nieuwe risico’s
- Risico Inwerkingtreding Omgevingswet per 2023 (#39). Gezien de onzekerheid omtrent de invoeringsdatum van de Omgevingswet is dit risico (opnieuw) opgenomen.
- Risico met betrekking tot de prijsstijgingen (#40): Dit risico is opgenomen om het restrisico af te dekken wat ontstaat als de stelpost ontoereikend is.
- Risico met betrekking tot arbeidscapaciteit (#41): Het risico bestaat dat opdrachten/opgaven niet kunnen worden uitgevoerd door onvoldoende bemensing. Dit betreft een beleidsmatig risico.
Vervallen risico’s
- Risico’s PMR (#4): Dit risico komt te vervallen, aangezien de grondverwerving voor een zeer groot deel is gerealiseerd en meer zekerheid is verkregen over de inrichtingskosten. Als integraal onderdeel uit van de opgave Natuur worden de risico's van PMR 'Buijtenland van Rhoon' gemonitord via risico 15.
- Overdracht bodemtaak provincie naar gemeenten (#35): Dit risico wordt geïntegreerd in risico #39 – Inwerkingtreding Omgevingswet per 2023.
Nr. | Beleidsmatige risico’s | Incidenteel / structureel | Beleidsdoel |
---|---|---|---|
5 | Deelnamerisico ROM-D Capital B.V. | i | 4.1 |
8 | Meerkosten als gevolg van onverwachte incidenten bij projecten in uitvoering | i | 2.1 |
10 | Risico gekoppeld aan de provinciale opgave Energietransitie | i | 3.2 |
15 | Natuuropgave realiseren binnen wettelijke verplichting | s | 5.1 |
21 | Doorlevering gronden TBO’s | i | 5.1 |
27 | Stikstofproblematiek | i | 1 |
28 | Opbrengstverliezen OV | i | 2.1 |
33 | Procedures Bibob | i | 1.1 |
38 | Transitiekosten OGO | i | 8 |
39 | Inwerkingtreding Omgevingswet per 2023 | i | 6.2 |
41 | Arbeidscapaciteit | i | 8 |
De totaal benodigde incidentele weerstandscapaciteit is gedaald van € 18,7 mln naar € 18,2 mln. De totaal benodigde structurele weerstandscapaciteit is gestegen van € 10,4 mln naar € 13,7 mln.
Nr. | Financiële risico’s (geprioriteerd op netto effect) | Max. schade | Kans van optreden | Effect netto (i) | Effect netto (s) | Beleids- doel | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
2 | Renterisico | s | 2,8 | 0-25% | 0,35 | 8 | |
6 | Deelnamerisico InnovationQuarter | i | 10,8 | 20% | 2,2 | 4.1 | |
9 | Risico’s informatieveiligheid | i | 1 | 0-25% | 0,13 | 8 | |
12 | Lagere uitkering provinciefonds | s | 10 | 25-50% |
| 3,8 | 8 |
13 | Lagere opbrengst MRB | s | 3,8 | 0-25% |
| 0,5 | 8 |
14 | Waardeontwikkeling grondaandeel Zuidplas | i | 22,2 | 0-25% | 2,8 |
| 6.3 |
16 | BRZO / RIE-bedrijven kunnen niet meer aan vergunningplicht voldoen | s | 15 | 25-50% | 5,6 | 7.1 | |
17 | De Europese Commissie kan subsidiabiliteit van uitgaven betwisten | i | 4,0 | 0-25% | 0,5 |
| 4.1 |
18 | Omgevingsrisico’s vergunningverlening, toezicht en handhaving | s | 5 | 0-25% | 0,6 | 7.1 | |
19 | Geen aflossing van garantstellingen | i | 11 | 0-25% | 1,4 |
| 8 |
20 | Aansprakelijkheidsrisico ingeleend personeel | s | 0,25 | 0-25% |
| 0,03 | 8 |
22 | Meerkosten a.g.v. onverwachte incidenten areaal | i | 25 | 0-25% | 3,1 |
| 2.2 |
23 | Claims op subsidieregeling bedrijventerreinen | i | 4,2 | 0-25% | 0,5 |
| 4.2 |
35 | Informatieverzoeken Woo | i | 3 | 25-50% | 1,1 | 1.1 | |
30 | Deelnamerisico ONW | i | 0,9 | 0-25% | 0,1 |
| 6.3 |
32 | Rijksbijdrage subsidieregeling MIT | i | 8,1 | 0-25% | 1 |
| 4.1 |
34 | Fonds Nazorg | i | 5,9 | 25-50% | 2,2 | 7.1 | |
36 | Datalek van persoonsgegevens | i | 20 | 0-25% | 2,5 | 8 | |
37 | Naleving privacywetgeving | i | 1,5 | 25-50% | 0,6 | 8 | |
40 | Prijs- en loonontwikkelingen | s | 7,5 | 25-50% | 2,8 | 8 | |
Totaal | 18,1 | 13,7 |
Beschikbare weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen drukt uit of de provincie voldoende weerbaar is voor het opvangen van risico’s.
Dit wordt berekend door de middelen die de provincie beschikbaar heeft c.q. kan maken (de zogenaamde weerstandscapaciteit) te delen door de omvang van de risico’s. Hierbij maken we een onderscheid tussen structureel weerstandsvermogen en incidenteel weerstandsvermogen.
Structurele weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit de zogenaamd onbenutte belastingcapaciteit. Dat is het verschil tussen de inkomsten uit de opcenten MRB tegen het voorgestelde tarief (95,7 opcenten) en wat de inkomsten zouden zijn als de provincie Zuid-Holland het wettelijke maximumtarief zou heffen (in 2023 is het wettelijk maximumtarief naar verwachting 125,9 opcenten).
De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt in 2023 € 119,5 mln. De omvang van de structurele risico’s bedraagt € 13,7 mln.
structurele weerstandsvermogen | = structurele weerstandscapaciteit | / de omvang van de structurele risico’s |
---|---|---|
8,7 | = 119,5 | / 13,7 |
Het structurele weerstandsvermogen bedraagt “8,7”. Dit is ruim meer dan de waarde die de provincie Zuid-Holland nastreeft (namelijk een factor “2”). Het structurele weerstandsvermogen is lager dan de Jaarrekening 2021 (“10,0”) doordat de structurele risico’s meer gestegen zijn dan de weerstandscapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit de algemene reserve (incl. nog te bestemmen resultaat lopend jaar). Deze bedraagt € 208,6 mln. Daar staat € 18,1 mln aan risico’s tegenover.
incidentele weerstandsvermogen | = incidentele weerstandscapaciteit | / de omvang van de incidentele risico’s |
---|---|---|
11,5 | = 208,6 | / 18,1 |
Dat betekent dat het incidenteel weerstandsvermogen “11,5” bedraagt. Dat is ruim meer dan de streefwaarde van de provincie Zuid-Holland (namelijk een factor “2”) en een stijging ten opzichte van Jaarrekening 2021 (“7,3”) maar een daling ten opzichte van Begroting 2022 (“12,6”). Deze verschillen zijn voornamelijk te verklaren door mutaties van de algemene reserve. Met de huidige omvang van de risico’s wordt in de algemene reserve € 36,2 mln beklemd als weerstandscapaciteit om te voldoen aan de norm van een minimaal weerstandsvermogen van ‘2’.