Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

De Commanditaire Ontwikkelingsmaatschappij het Nieuwe Westland C.V. weet haar bedrijfseconomische doelstellingen niet te behalen.

De grondexploitatie verslechtert door:

• extra rentekosten vanwege vertraging in de oplevering;
• wijziging van het grondprijsniveau, waardoor gronden minder waard zijn;
• de stikstofproblematiek en extra kosten in het kader van PFAS;

Waardeverlies van de door de provincie verstrekte middelen aan Commanditaire Ontwikkelingsmaatschappij het Nieuwe Westland C.V.

ONW B.V. en ONW C.V. zijn opgericht in mei 2002. ONW B.V. heeft tot doel de plannen van het voormalige Integraal Ontwikkelingsplan Westland N.V. te ontwikkelen en te realiseren. Hierbij treedt ONW B.V. op als beherend vennoot van ONW C.V. De drie overheidspartijen, te weten: de gemeente Westland, de provincie Zuid-Holland (PZH), en het Hoogheemraadschap Delfland (HHD) brengen 49,75% van het risicodragende vermogen in. BNG Gebiedsontwikkeling (BNGGO) voorziet in de andere 49,75%. De resterende 0,5% van het risicodragende vermogen wordt door ONW B.V. ingebracht.
PZH heeft in 2016 haar belang in de holding Integraal Ontwikkelingsplan Westland N.V. afgestoten. Hiermee bleef voor PZH alleen het belang in de ONW C.V. bestaan voor 7%. PZH is hiermee stille vennoot en heeft dus geen zeggenschap. Dit betekent dat ONW in de beheerstand staat. In het verleden heeft de provincie voor haar deelname als vennoot € 1.354.534 ter beschikking gesteld.

De ontwikkeling van de intrinsieke waarde jaarlijks monitoren en indien noodzakelijk een voorziening treffen voor het mogelijk waardeverlies.

Vanwege de afwaardering van grondexploitatie in 2019 lag de intrinsieke waarde van de provinciale aandelen lager dan de nominale waarde. Voor dit verschil is in 2020 een voorziening getroffen. In 2021 is een positief jaarresultaat behaald waardoor de waarde van de provinciale aandelen steeg. Hierdoor is een deel van de getroffen voorziening vervallen ad € 0,3 mln. Hierdoor is het risico van € 1,4 mln voor € 0,5 mln gedekt uit de voorziening. Het resterende risico bedraagt € 880.778 met een kans van 0-25% van optreden.