Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

16.

Vergunningplicht Brzo en/of RIE-bedrijven

Risico

Brzo en/of RIE-bedrijven kunnen niet meer aan de vergunningplicht voldoen

Oorzaken

  • Faillissement van een Brzo/RIE bedrijf
  • Grootschalige calamiteit leidend tot faillissement van een Brzo/RIE bedrijf
  • Striktere eisen door wijzigende wet- en regelgeving

Gevolg(en)

  • Gevolgschade (zoals kosten van verwijdering van (afval)stoffen of sanering) waarvoor geen juridisch aan te spreken verantwoordelijke is
  • Politieke en maatschappelijke gevolgen

Achtergrond-informatie

De provincie is bevoegd gezag voor de vergunningverlening aan Besluit risico zware ongevallen (Brzo) en/of Richtlijn industriële emissies (RIE) bedrijven. De vijf omgevingsdiensten voeren het toezicht op de RIE-bedrijven uit en de omgevingsdienst DCMR voert het toezicht op de Brzo-bedrijven uit volgens de nota VTH.
Bij een faillissement en/of calamiteiten (zoals brand) of wijzigende wet- en regelgeving kan de situatie ontstaan dat een bedrijf niet meer aan zijn vergunningplicht kan voldoen. Hierbij kan sprake zijn van gevolgschade, zoals kosten van verwijdering van (afval)stoffen of sanering. Als een bedrijf niet meer aan zijn vergunningplicht kan voldoen betekent dit niet automatisch dat de provincie verantwoordelijk is voor de ontstane schade. In eerste instantie zal gekeken worden naar de vergunninghouder en zijn verzekering. Als de vergunninghouder failliet is en er onvoldoende middelen in de boedel aanwezig zijn, komen de eigenaren van de grond en opstallen in beeld. Als er dan restkosten overblijven waarvoor geen juridisch aan te spreken verantwoordelijke is, kan de provincie er vanuit haar maatschappelijke verantwoordelijkheid voor kiezen (een deel) van deze kosten voor haar rekening te nemen. 
Een specifieke sector binnen de RIE-bedrijven is de afvalsector. Deze bedrijven hebben een verhoogd risicoprofiel vanwege de ketenafhankelijkheid binnen de sector en hoge frequentie van calamiteiten (afvalbranden). Er is een tendens dat verzekeraars premies verhogen of zelfs niet meer bereid zijn om deze bedrijven te verzekeren, waardoor gevolgschades eerder ten laste komen van bevoegd gezag. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet, beoogd per 1 januari 2023, is de financiële zekerheidsstelling voor Brzo-bedrijven geregeld (moet-bepaling). Voor afvalbedrijven (RIE-bedrijven) is dit geregeld met een kan-bepaling. Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet zal de terminologie over Brzo-bedrijven wijzigen.

Maatregelen

  • Door goed toezicht te houden en scherp te handhaven op naleving van de voorschriften voor omvang en soorten (afval)stoffen, wordt het risico beperkt tot de vergunde (afval)stoffen.
  • De Brzo / RIE-bedrijven worden periodiek gecontroleerd (onder andere op de wijze van opslag van de (gevaarlijke) stoffen).
  • De omgevingsdiensten voeren regelmatig overleg met de portefeuillehouders vergunningverlening en toezicht & handhaving over uitvoeringsdilemma’s en beoogde handhavingsbesluiten. Op grond van de provinciale mandaatbesluiten moet de directeur van een omgevingsdienst informatie leveren aan en overleg voeren met de portefeuillehouder als de uitoefening van een gemandateerde bevoegdheid naar verwachting politieke en maatschappelijke gevolgen heeft  of als  een besluit gevolg kan hebben dat de provincie of Gedeputeerde Staten aansprakelijk worden gesteld.

Status risico

Het betreft een doorlopend risico. De kans dat dit risico zich voordoet is middelgroot. Als het risico zich voordoet kan de impact groot zijn (al kunnen de kosten per situatie sterk verschillen). Voor de berekening in de paragraaf Weerstandsvermogen wordt uitgegaan van een kans van optreden van 25%-50% met een geschatte impact van € 15 mln (uitgaande van hooguit één incident per jaar).  

Deze pagina is gebouwd op 04/04/2023 13:37:22 met de export van 04/04/2023 07:58:17