2. | Renterisico |
---|---|
Risico | De rentekosten voor leningen om in de financieringsbehoefte te voorzien zijn hoger dan de geprognosticeerde rentekosten. |
Oorzaken |
|
Gevolg(en) | De financiële ruimte neemt af. |
Achtergrond informatie | De provincie trekt langlopende leningen aan om in de financieringsbehoefte te voorzien. De financieringsbehoefte zal de komende jaren toenemen door de afloop van bestaande leningen en de omvang van voorgenomen uitgaven. De jaarlijkse rentekosten van de financieringsbehoefte worden bepaald door de omvang en afloop van de bestaande leningenportefeuille, de financieringsbehoefte als gevolg van voorgenomen uitgaven en de van toepassing zijnde rentetarieven. |
Maatregelen | In 2020 is voor een bedrag van € 300 mln. aan langlopende leningen aangetrokken met een uitgestelde storting. Hiervan wordt € 100 miljoen gestort in 2023. |
Status risico | Door de sterk stijgende inflatie en de geopolitieke ontwikkelingen fluctueren de rentetarieven sterker dan in de afgelopen jaren en zijn de huidige rentevisies van de Nederlandse banken omgeven door grote onzekerheid. Door de omvang van de nog aan te trekken geldleningen is het een reëel risico voor de begroting als de rente substantieel verder gaat stijgen. Een verschil van 1% tussen de werkelijke rentetarieven en de begrote rentetarieven kan in de komende jaren leiden tot een structurele daling of stijging van de (rente)lasten van 1 tot 3 miljoen euro per jaar. Met het afsluiten van de leningen met uitgestelde storting is een gedeelte van de begrote financieringsbehoefte voor het jaar 2023 gedekt. Als risico is een kans opgenomen van 0-25% met een gevolg van € 2,8 mln (zijnde 1% van de gemiddelde totale liquiditeitsbehoefte van jaarschijf 2023-2026). |