Inleiding
Waar provinciale beleidsambities overlappen met EU-beleid, vormen EU-subsidies een belangrijke financieringsbron voor de realisatie. Deze paragraaf biedt een financieel overzicht van alle EU-subsidieprogramma’s waarbij de provincie een formele rol vervult. De verantwoording van de inhoudelijke resultaten van de besteding van EU-middelen en deelname aan EU-projecten verloopt via de corresponderende beleidsambities, zoals opgenomen in deze begroting.
De impact van EU-subsidies op onze regio is niet te onderschatten. Via de EU-subsidiemonitor maakt de provincie jaarlijks inzichtelijk hoeveel EU-middelen er bij Zuid-Hollandse partners landen én aan welke maatschappelijk thema’s deze middelen worden besteed. Zo hebben in de afgelopen EU-programmaperiode (2014-2020) 2497 unieke Zuid-Hollandse partners deelgenomen aan in totaal 5470 EU-projecten. Gezamenlijk hebben deze partners in totaal ruim € 2,5 mld[1] aan EU- middelen ontvangen.
De huidige EU-programmaperiode (2021-2027) is inmiddels in volle gang. In 2023 worden voor alle EU-subsidieprogramma’s openstellingen verwacht. In 2023 zal de provincie ook een eerste EU-subsidiemonitor beschikbaar stellen om te peilen hoe Zuid-Hollandse partners het deze periode doen. In de provinciale begroting worden de totale baten van EU-subsidies maar in beperkte mate zichtbaar. Dit komt omdat de provincie bij de meerderheid van EU-subsidieaanvragen door Zuid-Hollandse partners niet bij de aanvraag of het programma is betrokken. Hierdoor raken deze middelen de provinciale begroting niet.
De mate waarin de provincie bij verwerving van EU-subsidies is betrokken, verschilt per programma. Bij de meeste programma’s heeft de provincie weinig tot geen invloed op hoe de middelen worden besteed, maar er bestaan ook EU-subsidieprogramma’s waar de provincie zelf op de middelen stuurt. Er zijn vier rollen voor de provinciale betrokkenheid te definiëren, die hieronder beknopt staan omschreven. De provinciale invulling van deze rollen wordt in het vervolg van de paragraaf nader toegelicht.
1. Beslisser
Bij een aantal EU-subsidieprogramma’s voert de provincie regie op het programma en beslist zij zelf over de besteding van de beschikbare middelen. Binnen de kaders van het betreffende EU-programma kan de provincie zelf de subsidieopenstellingen vormgeven. De EU-middelen binnen deze programma’s vormen daarmee een aanvulling of multiplier op de beschikbare provinciale middelen om beleid uit te voeren.
2. Adviseur
De provincie bekleedt bij verschillende Interregprogramma’s een adviesfunctie. De provincie stuurt niet direct op de middelen binnen deze programma’s, maar treedt op als liaison tussen het programma en de partners in het veld. Hierdoor is de provincie ook betrokken bij de werving en selectie van projecten binnen deze programma’s.
3. Aanjager in de regio
Om als regio optimaal gebruik te maken van de financieringsmogelijkheden die de EU biedt, stimuleert en ondersteunt de provincie externe partners bij verwerving van EU-middelen. Dit doet zij door een EU-subsidieklasje aan te bieden, een cofinancieringsregeling, een call kalender en een Regionaal Afstemmingsoverleg Europese Fondsen (RAEF) te organiseren.
4. Deelnemer aan EU-projecten
De provincie kan als organisatie ook zelf subsidie aanvragen voor de uitvoer van activiteiten bij een EU-programma door als partner deel te nemen aan een project.
[1] Indien wordt gecorrigeerd voor de TNO-vestigingen buiten Zuid-Holland en de Rijksoverheid valt dit bedrag ca. 20% lager uit.