Lange termijn doorkijk
De begroting wordt vastgelegd voor t+14 jaar. Hiermee wordt het mogelijk om meer strategisch inzicht te krijgen op de inzet van middelen en het begrotingssaldo. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat met de tijd ook de onzekerheid toeneemt van de verwachte inzet van middelen. Zoals te zien is aan de lasten Zitten deze nu structureel rond de € 850 mln dit is het effect van de eerste stappen in het traject begroting in evenwicht waar de beleidsonderwerpen die structureel van aard zijn ook als zodanig zijn opgenomen.
In het meerjarenbeeld zijn er relaties tussen verschillende onderdelen een aantal voorbeelden hiervan worden hieronder gegeven;
Ambitie 2
In de lasten zien we in 2037 een stijging van € 88,3 mln in de lasten. Dit is voor € 68,2 mln te verklaren door een onttrekking uit de bestemmingsreserve Egalisatiereserve beheer & onderhoud. In het overzicht van het saldo van de bestemmingsreserves is te zien dat vanaf 2028 het totale saldo van de bestemmingsreserves weer oploopt. Dit komt primair door de stijging van het saldo van de Egalisatiereserve beheer & onderhoud. Dit komt weer omdat er vanuit Ambitie 2 middelen worden toegevoegd aan de Egalisatiereserve beheer & onderhoud. Na de onttrekking 2037 van € 68,2 mln daalt het saldo van deze bestemmingsreserve hierdoor naar € 80 mln in 2037. Omdat de inzet van een bestemmingsreserves incidenteel van aard is doet deze niet mee met het structurele begrotingssaldo. Echter de lasten wel omdat het onderhoud naar aard structureel van aard is. Daarom zal het structureel begrotingssaldo in 2027 eenmalig fors negatief zijn. Een andere oorzaak van de jaarlijkse stijging van de laten in deze ambitie zijn de jaarlijks stijgende kapitaallasten.
Ambitie 5
Het dalen van de lasten in Ambitie 5 is in deze samenhang ook te verklaren. Er wordt in de periode 2023 tot en met 2030 voor € 139 mln vanuit de bestemmingsreserves ingezet en verhoogt daarmee de lasten. Ook nemen de nu opgenomen specifieke baten af terwijl inmiddels bekend is dat hier weer specifieke baten en daarmee lasten terug gaan komen. Echter deze kunnen we nu niet opnemen omdat ze (in)formeel niet bekend zijn.
Ambitie 3
In Ambitie 3 is het effect van de inzet van de bestemmingsreserve Warmteleiding Warmtelinq duidelijk zichtbaar in het lasten niveau. Daarnaast speelt er in deze ambitie nog iets met betrekking tot de specifieke baten. Er komt dekking vanuit het rijk via het klimaatfonds. Via het IPO weten we de beoogde bedragen voor 2022 tot en met 2024 maar niet voor de periode erna. Dat is afhankelijk van een verdeelsleutel die in 2024 wordt geëvalueerd. Van de 3 jaar dat de bedragen bekend zijn is alleen 2022 daadwerkelijk formeel bekend. Deze was opgenomen in Meicirculaire 2022 voor alleen jaarschijf 2022. Voor de jaarschijven 2023 en 2024 kunnen we daarom nog geen baat opnemen. In afwachting hiervan zijn die bedragen € 2,95 mln in 2023 en € 4,85 mln in 2024 voorgefinancierd uit het begrotingssaldo. Vanaf 2025 is er geen voorfinanciering opgenomen omdat we geen bedragen kennen. Hierdoor dalen de lasten in onze begroting terwijl we weten dat die lasten, gedekt door baten van het klimaatfonds gedekt gaan worden in de toekomst. In dit geval mogen we 100% van de deze bijdrage inzetten voor arbeidscapaciteit. De arbeidscapaciteit die nu aangetrokken wordt voor energie op basis van de nu bekende vergoeding van het rijk voor de periode 2022 t/m 2024 zal op deze ambitie ingezet blijven ervan uitgaande dat het Rijk vanaf 2025 budget beschikbaar stelt. De inzet is om de mensen die hier nu voor geworven worden in vaste dienst te nemen.
