Bijlage 1 Toelichting Reserves

De provincie ontvangt jaarlijks via de provinciefondsuitkering middelen voor de openbaar vervoerconcessies, de stimulering en verduurzaming van mobiliteit en regionale infrastructurele projecten. Het jaarlijkse resultaat van de ontvangen bijdrage en de verantwoorde lasten wordt verrekend met de reserve.

De onttrekkingen ad € 10,1 mln hebben betrekking op:

• Exploitatie DMG en HWGO € 0,7 mln. Verhoging van de exploitatiebijdrage op basis van amendement 578 en motie 729.
• Indexering concessies OV € 8 mln. In de reserve waren voor de periode tm 2027 middelen beklemd voor de dekking van de indexering van de OV-concessies. Omdat de indexeringen structureel zijn, worden deze nu gedekt uit de algemene middelen. De in de reserve beklemde middelen voor de indexering vallen daarmee vrij aan de algemene middelen.
• Ketenmobiliteit  € 0,5 mln. Met de integrale herziening van de SRM is deze vereenvoudigd en geactualiseerd en meer in overeenstemming gebracht met de regels van de Algemene wet bestuursrecht. Tevens is  een regeling opgenomen voor subsidie van ketenmobiliteit om de transitie in OV te versterken.
• Waterstofbussen € 0,5 mln. Aan de vervoerder is een aanvullende subsidie toegekend.

Kleinere bijstellingen:

• Buurtbusprojecten € 0,1 mln.
• Veer Maassluis-Rozenburg € 0,3 mln.

De stortingen ad € 4,1 mln hebben betrekking op:

• Gedragsbeïnvloeding € 3,8 mln. Het kasritme voor de bijdragen voor gedragsbeïnvloeding wordt aangepast, zodat er aansluiting ontstaat op de jaarlijks toegekende en toe te kennen subsidies. Voor 2023 wordt het budget verlaagd en de storting in de reserve verhoogd.
• Structurele storting resterende impulsgelden € 1 mln.
• Nood-concessie Zuid-Holland Noord € -0,7 mln. De structurele storting in de reserve wordt verlaagd ter dekking van de hogere kosten voor de concessie.
• Personenvervoer over water Rotterdam - Drechtsteden € -0,7 mln. Na de mislukte aanbesteding in 2019 is naar aanleiding van de gehouden marktconsultatie wordt de structurele exploitatiebijdrage verhoogd ten laste van de structurele storting in de reserve.

Kleinere bijstellingen:

• Provinciale en regionale (spoor)infraprojecten € 0,4 mln
• Exploitatie van de waterbus € 0,1 mln.
• ROV extra inkomsten nieuwe samenwerkingsovereenkomst € 0,1 mln
• Opbrengst verhuur waterstoftankstation € 0,1 mln.

De beklemde middelen uit de OVP BDU zijn conform aanwijzingen van het ministerie van I&W overgegaan naar de beklemde middelen reserve Mobiliteit. Ze worden ingezet voor infrastructurele projecten die in het verleden in zogenaamde bestedingsplannen zijn toegekend en nieuwe regionale mobiliteitsprojecten, toegekend onder de SRM. Hiernaast is een deel beklemd voor verduurzaming OV, impuls kwaliteit OV, tarievenverlaging en aan de indexatieafspraken die gemaakt zijn in het Heerenveenakkoord.

De omvang van de reserve ultimo 2023 bedraagt € 111,1 mln en neemt af naar € 97,9 mln ultimo 2037. Hierbij is rekening gehouden met de vrijval van de gereserveerde middelen voor de inflatiecorrectie die tot en met 2026 gedekt werden uit de reserve. Deze omvang is nodig om de doelstellingen uit Ambitie 2 bereikbaar Zuid-Holland te kunnen realiseren.