Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan Gemeente Vlaardingen t.b.v. herinrichting en sanering Broekpolder voor een bedrag van € 4.600.000 (beleidsdoel 7-1)
In het verleden zijn over de aanpak van spoedlocaties (locaties met de hoogste risico’s) landelijke afspraken gemaakt. Tot 2020 zijn ruim 200 spoedlocaties aangepakt en afgerond. Per oktober 2021 bestaan nog 44 spoedlocaties binnen de provincie Zuid-Holland. Ondanks dat het bodemconvenant is beëindigd houdt de provincie hierin als bevoegd gezag een belangrijke rol om de aanpak van de locaties te stimuleren. De focus ligt op het stimuleren van de eigenaren c.q. verantwoordelijken van de betreffende locaties. De provincie heeft vanuit het Rijk middelen beschikbaar gekregen om de aanpak ook financieel te stimuleren. Vanuit het ministerie I&M wordt aangestuurd om als streefjaar voor het afronden van alle spoedlocaties 2030 aan te houden. Voor diverse locaties binnen de provincie Zuid-Holland ligt dit moment voor de afronding (ver) na deze datum. Het bovenstaande is ook van toepassing voor de sanering van de locatie Broekpolder in de gemeente Vlaardingen. In 2011 is in een beschikking op het raamsaneringsplan vastgesteld dat de sanering gedurende een periode van 50 jaar kan worden uitgevoerd. De uiterlijke afronding van de sanering ligt daarmee in het jaar 2061. In samenspraak met de provincie Zuid-Holland hebben de gebiedspartijen (gemeente Vlaardingen, Staatsbosbeheer, Hoogheemraadschap van Delfland, Federatie Broekpolder) een plan opgesteld om de ecologische risico’s en de herinrichting van de Broekpolder versneld aan te pakken, te weten in een periode van 4 à 7 jaar na de start van de sanering in 2023. Om een versnelling van de aanpak te bereiken is een budget van € 6,6 mln nodig. Met de cofinanciering van 30% door alle gebiedspartijen komt de 70% bijdrage van de provincie op € 4,6 mln. De subsidie, ter grootte van € 4,6 mln, wordt financieel gedekt uit de reserve Bodem, Ondergrond en Grondwater.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwater-systeem . Dit draagt bij aan een reductie van de omvang van de restopgave spoedlocaties. Daarnaast wordt een versnelling van de noodzakelijke sanering en herinrichting bereikt, in plaats van een realisatie in 2061 zal die al tussen 2027 en 2029 gereed zijn. Tevens zal met de sanering en herinrichting van de Broekpolder tot een revitalisatie van het gebied leiden met een betere ontwikkeling van de natuur, wat ook de CO2 opslag zal bevorderen. Ook zullen met de herinrichting de recreatieve mogelijkheden verder tot ontwikkeling kunnen komen.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn. In facto ligt de verantwoordelijkheid voor de sanering en herinrichting bij de grondeigenaren, met name de gemeente Vlaardingen en Staatsbosbeheer. Die verantwoordelijkheid dient daar ook te blijven. Met een directe opdrachtverlening vanuit de provincie wordt deze verantwoordelijkheid echter overgenomen, wat onwenselijk is. De provincie is ingegaan op de uitnodiging van de gebiedspartijen om tot een versnelling van de herinrichting te komen. Dit is immers in overeenstemming met het streven van het ministerie I&M.
Het grootste deel van het te saneren oppervlak is eigendom van de gemeente Vlaardingen. Daar liggen dan ook het grootste deel van de kosten. Zonder subsidie zal de gemeente Vlaardingen, tot voor kort een artikel 12 gemeente, niet bereid of in staat zijn de totale, ongesubsidieerde kosten in de komende 5 à 7 jaar op te brengen. Daarmee wordt een versnelling in de aanpak niet bereikt en wordt de sanering pas rond het jaar 2061 afgerond.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 4.600.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Stichting Landelijk Fietsplatform voor een bedrag van € 40.000 (beleidsdoel 7-2)
De boven provinciale inzet voor het recreatief fietsen heeft de provincie Zuid-Holland samen met de andere provincies en het Rijk uitbesteed aan het Landelijk Fietsplatform. In het meerjarenprogramma voor 2020 t/m 2023 heeft het Landelijk Fietsplatform haar werkzaamheden als volgt verdeeld:

• het omzetten van bestaande LF-fietsroutes naar een beperkt aantal landelijk icoonroutes.
• organiseren van de basisinfrastructuur (onderhoud aan markeringen langs de route)
• stimuleren toepassing en gebruik (waaronder informatievoorziening en productontwikkeling)
• kennis & monitoring (waaronder een jaarlijkse kwaliteitsmonitor per provincie)
• belangenbehartiging, lobby en internationale samenwerking.

Het uitvoeringsprogramma beslaat een periode van 4 jaar met totaal ingeschatte kosten van 153.000 euro, de bijdrage wordt jaarlijks aangevraagd. Voor 2023 betreft het de aanvraag voor het 4e en laatste jaar van het uitvoeringsprogramma. De dekking in de begroting vindt plaats vanuit de provinciale middelen De dekking in de begroting vindt plaats onder beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt bij aan een goed openbaar toegankelijk, provinciaal fietsroutenetwerk.
Er zijn alternatieven overwogen maar gelet op het feit dat dit ten goede komt aan alle fietsers in Zuid-Holland is het instrument subsidie het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 40.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Stichting Wandelnet t.b.v. uitvoeringsprogramma wandelaar in beeld voor een bedrag van € 40.000 (beleidsdoel 7-2)
De boven provinciale inzet voor het recreatief wandelen heeft de provincie Zuid-Holland samen met de andere provincies en het Rijk uitbesteed aan Stichting Wandelnet.
In het Uitvoeringsprogramma “De wandelaar in beeld” voor 2020 t/m 2023 heeft de stichting haar werkzaamheden als volgt verdeeld:

• organiseren van de basisinfrastructuur (waaronder dagelijks onderhoud door vrijwilligers);
• stimuleren toepassing en gebruik (waaronder informatievoorziening en productontwikkeling);
• kennis & monitoring;
• belangenbehartiging & lobby.

Het uitvoeringsprogramma beslaat een periode van 4 jaar met totaal ingeschatte kosten van € 148.000. De bijdrage wordt jaarlijks aangevraagd. Voor 2023 betreft het de aanvraag voor het 4e en laatste jaar van het uitvoeringsprogramma. De dekking vindt plaats vanuit bestaande exploitatiemiddelen in beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt bij aan een goed openbaar toegankelijk, provinciaal wandelroutenetwerk.
Het betreft een deelname aan een landelijke uitvoeringsprogramma dat ten goede komt aan alle wandelaars. Subsidie is het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 40.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor Subsidieregeling recreatie, sport en gezondheid Zuid-Holland een plafond van € 5.140.000 (beleidsdoel 7-1 en 7-2)
Voor openstellingsbesluiten voor het programma Gezond en Veilig Zuid-Holland een ophoging van € 600.000
Niet alleen overheden investeren in de uitvoering gezondheidsmaatregelen. Als provincie willen wij ook de toepassing en uitvoering van innovatieve, kleinschalige maatregelen door particulieren stimuleren en verenigingen, die nu vaak niet binnen de subsidieregelingen van gemeenten vallen. Dan wel gericht grootschaligere voorbeeld projecten ondersteunen ter inspiratie voor anderen in Zuid-Holland. Hierbij wordt gedacht aan het vergroten van de wijkfunctie van schoolpleinen of het ondersteunen van (buurt)initiatieven rond bijvoorbeeld buurthuizen die uitvoering geven aan (enkele van) de 6 thema’s van positieve gezondheid.
De maatschappelijke baten zijn: Ontwikkelen en stimuleren van interventies ter bevordering van de gezondheid en veiligheid in Zuid-Holland.
Hiermee willen we de gezondheidsverschillen in Zuid-Holland verkleinen en de verbinding tussen het fysieke en sociale domein vergroten. De leefomgeving wordt hiermee gezonder ingericht en de sociale cohesie versterkt.
Met subsidie nodigen we diverse partijen uit een bijdrage te leveren aan doelen van het programma Gezond en Veilig Zuid-Holland. Daarom is subsidie een beter instrument dan opdrachtverstrekking.
Voor openstellingsbesluiten voor het onderdeel sport en recreatie een ophoging van € 4.500.000
De provincie zet in op een gezonde en aantrekkelijke buitenruimte (leefomgeving) die geschikt is voor en uitnodigt tot bewegen, sporten en recreatie. We stimuleren de bereikbaarheid en toegankelijkheid van openbare sport- en recreatievoorzieningen, zodat zoveel mogelijk Zuid-Hollanders hier gebruik van kunnen maken, wat bijdraagt aan een gezonde, weerbare en vitale bevolking. Wij richten ons hierbij op de ongeorganiseerde sport, recreatie en participatie, zowel binnen als buiten de bebouwde kom. Het subsidieplafond wordt gedekt uit bestaande budgetten in beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving aangevuld met budgetvoorstellen die in de begroting 2023 zijn opgenomen maar nog niet zijn vastgesteld.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie.
Met subsidie nodigen we diverse partijen uit een bijdrage te leveren aan het creëren van een gezonde en aantrekkelijke buitenruimte (leefomgeving). Daarom is subsidie een beter instrument dan opdrachtverstrekking.
Voor het onderdeel Boerenlandpaden een ophoging van € 40.000
Voor de groen- en waterbeleving in Zuid-Holland is de afgelopen jaren geïnvesteerd in een fijn vertakt provinciaal wandelroutenetwerk. Een deel van dit netwerk loopt over boerenland, de zogenaamde boerenlandpaden. Om deze toegang mogelijk te maken is toestemming nodig van de grondeigenaren en zijn er kleine voorzieningen nodig, zoals loopplanken over slootjes en hekoverstapjes. Ook is vaak een frequenter maairegime nodig. De openstellingscontracten met de agrariërs hebben een looptijd van 7 jaar. Om de continuïteit van de openstelling van deze boerenlandpaden (particuliere gronden) te borgen is het van belang dat deze contracten (alsmede nieuwe contracten ) kunnen worden verlengd. Boerenlandpaden zijn van groot belang voor het provinciale wandelroutenetwerk. De dekking in de begroting vindt plaats onder beleidsprestatie 7.2.1 - Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt bij aan een goed openbaar toegankelijk, provinciaal wandelroutenetwerk.
Er zijn alternatieven overwogen. Echter de provincie sluit niet zelf de contracten met de agrariërs af. Dit doet een andere partij, die vervolgens een deel gecompenseerd krijgt. Daarom is subsidie het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het subsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 5.140.000 en deze op te nemen in de begroting.

Voor 1.6.109 Subsidieregeling beheer recreatiegebieden Zuid-Holland een plafond voor de periode 2023 tot en met 2025 van € 4.800.000 (beleidsdoel 7-2)
In de Startnotitie Sport en Recreatie, vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 2 april 2020, is een uniforme vergoedingensystematiek voor het beheer van recreatiegebieden aangekondigd. Hiermee wordt beoogd dat recreatiebeheerders een gelijke kans hebben op een provinciale beheersubsidie en met dezelfde criteria beoordeeld worden. Als invulling daarvan hebben Gedeputeerde Staten op 5 juli 2022 de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden vastgesteld.
In de subsidieregeling staan de gebieden en hun bijdrage aan het beleidsdoel ‘gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving’ centraal. En dus niet langer de historische relatie tussen de provincie en de aanvrager. De provincie streeft een toekomstige situatie na waarbij de provinciale beheermiddelen ingezet kunnen worden daar waar ze het meest nodig zijn voor het aanbod aan recreatiegebieden in Zuid-Holland. De focus hierbij ligt op de nabij de stedelijke agglomeratie gelegen recreatiegebieden. Meer specifiek betreft het de drukbezochte bovenlokale gebieden (> 100 ha), waarvan de kosten voor beheer en toezicht redelijkerwijs niet alleen door de eigenaar-beheerder gedragen kunnen worden. Wat betreft de bijdrage aan de beheerkosten gaat de subsidieregeling uit van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de provincie, van de gemeente(n) wiens inwoners van het recreatiegebied gebruik maken en van de eigenaar. Hierbij hanteert de regeling een maximumsubsidiepercentage van 40 procent voor de kosten van het beheer en toezicht, ervan uitgaand dat de gemeente(n) en de eigenaar minstens 60 procent van de kosten voor hun rekening nemen. Vanwege lopende afspraken met de (rechtsopvolgers van) recreatieschappen wordt een deel van de beschikbare provinciale beheermiddelen op basis van begrotingssubsidies verdeeld (tot en met 2025). De begrotingssubsidies zijn apart toegelicht in de begroting. Het resterende deel van de beschikbare beheermiddelen voor de periode 2023-2025 wordt via de genoemde subsidieregeling verdeeld. Gevraagd wordt aan provinciale staten om het plafond van de subsidieregeling vast te stellen op € 4.800.000 voor de periode 2023-2025 en deze op te nemen in de begroting. De dekking wordt gevonden in de bestaande budgetten onder beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie. Dit draagt eraan bij dat de voor de inwoners van Zuid-Holland belangrijke recreatiegebieden schoon, heel en veilig zijn en blijven.
De afweging van alternatieven voor het instrument subsidie heeft plaatsgevonden voor de vaststelling van de Subsidieregeling beheer recreatiegebieden. Subsidie is het meest geëigende instrument, aangezien het om terreinen van derden gaat waarvoor de provincie een bijdrage levert aan de beheerkosten.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het subsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 4.800.000 en deze op te nemen in de begroting.