Begrotingssubsidies 2023 in vergelijking met 2022 (in €)
Beleids-doel | Naam instelling | Maximaal te subsidiëren 2022 | Kadernota 2023 | Begroting 2023 | Maximaal te subsidiëren 2023 |
---|---|---|---|---|---|
5.1 | Faunabeheer eenheid Zuid-Holland | 680.000 | 800.000 | 800.000 | |
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon | 3.000.000 | |||
5.1 | Stichting Natuurmonumenten t.b.v. het gebied Meijegraslanden | 305.000 | |||
5.1 | Stichting Natuurbeheer Collectief Krimpenerwaard t.b.v. het natuurbeheer op de provinciale gronden | 2.115.000 | |||
5.1 | Nationaal Park Hollandse Duinen t.b.v. uitvoering samenwerkingsovereenkomst | 121.000 | 121.000 | ||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon t.b.v. nieuw bestemmingsplan en initiatieven recreatieve ontwikkelingen | 500.000 | |||
5.1 | BoerenNatuur t.b.v. implementatie verbreed agrarisch natuurbeheer | 175.000 | |||
5.1 | Federatie Particulier Grondbezit t.b.v. bodemcursussen voor pachters en verpachters | 1.460 | |||
5.1 | Stichting Natuurbeheercollectief Krimpenerwaard t.b.v. coördinatie beheer NNN Krimpenerwaard 2022-2031 | 680.000 | |||
5.1 | Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon t.b.v. realisatie en beheer | 3.500.000 | 3.500.000 | ||
5.1 en 7.1 | Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland t.b.v. ontwikkelen verdienmodel | 200.000 | |||
5.2 | Coöperatie Hoeve Biesland BA t.b.v. Boeren voor Natuur | 120.000 | 120.000 | 120.000 | |
5.2 | Agrarische Natuurvereniging Vockestaert t.b.v. het realiseren van een 2e Weidevogelkerngebied | 488.203 | |||
5.2 | Landschap Noord-Holland t.b.v. project Natte Teelten in waterrijk veen | 1.076.783 | |||
5.2 | Landschap Noord-Holland t.b.v. project Veenmosteelt | 390.633 | |||
5.2 | Stichting Voedselfamilies Zuid-Holland t.b.v. transitie naar een vitale landbouw | 300.000 | |||
5.2 | Stichting Wij.land t.b.v. Bodem als basis | 200.000 | |||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project Klei in veen | 1.326.424 | |||
5.2 | Veenweide Innovatie Centrum t.b.v. project VIP-NL Boeren op Hoog Water fase 2 | 962.272 | |||
5.3 en 7.2 | Hoogheemraadschap Schieland Krimpenerwaard t.b.v. Ringvaart Zuidplas- automatiseren Zevenhuizer Verlaat incl. vispassage | 300.000 | |||
5.3 | Gemeente Westland t.b.v. toezicht en beheer Zandmotor | 100.000 | 100.000 | 100.000 | |
5.3 | stichting Nieuw-Holland t.b.v. Zuid-Hollands kust initiatief verkenningsfase | 100.000 | 100.000 | ||
Totaal | 12.920.775 | 4.420.000 | 321.000 | 4.741.000 |
Toelichting begrotingssubsidies 2023
De begrotingssubsidie aan Nationaal Park Hollandse Duinen voor uitvoering samenwerkingsovereenkomst voor een bedrag van € 121.000 (beleidsdoel 5-1)
De duinen en de andere natuurgebieden vormen de kern van Nationaal Park Hollandse Duinen (NPHD). De open ruimten in het gebied, de hoge biodiversiteit en het spectaculaire landschap geven het Nationaal Park identiteit. De kustverdediging en het duinwater waar drinkwater van wordt gemaakt, zijn deel van het fundament waarop zich een bloeiende economie heeft kunnen ontwikkelen. Dat fundament wordt versterkt door de kustplaatsen, de riviermonden met hun havens, en de strandwallen en -vlakten, waar de buitenplaatsen en de groente- en bloembollencultuur tot bloei konden komen. Al deze elementen maken Hollandse Duinen tot een park dat duurzame bescherming verdient én krijgt. De Provincie Zuid-Holland werkt met haar partners samen aan de uitwerking van het Nationaal Park Hollandse Duinen. Het kernteam wordt gevormd door: Dunea, Staatsbosbeheer, Gemeente Den Haag, de Hoogheemraadschappen van Delfland & Rijnland en de Provincie Zuid-Holland. Om de samenwerking concreet vorm te geven is in 2020 een Samenwerkingsovereenkomst (SOK) afgesloten die loopt tot en met 2023. In deze SOK is vastgelegd dat de provincie in 2021 en 2022 een bijdrage van € 121.000 levert. Deze bijdrage zetten we in 2023 door om de samenwerking binnen NPHD structureel verder vorm te geven. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen in beleidsdoel 5-1 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Natuur . Dit draagt bij aan het versterken van de bestaande natuurgebieden (natura 2000 en Natuur Netwerk Nederland) binnen het Nationaal park. Daarnaast zet het Nationaal park in op ‘natuurinclusieve’ ontwikkeling van andere functies binnen haar parkgrenzen.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Omdat de provincie een bijdrage levert aan de samenwerkingsovereenkomst en daarmee aan de werkorganisatie NPHD, is subsidie de juiste optie.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 121.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan Gemeente Westland voor toezicht en beheer zandmotor voor een bedrag van € 100.000 (beleidsdoel 5-3)
In het kader van de Samenwerkingsovereenkomst Strandbewaking en Toezicht Zandmotor die eind 2021 afliep, werden zowel exploitatie – als investeringskosten van twee reddingsbrigades actief op de zandmotor gesubsidieerd (met tussenkomst van de gemeente Westland) uit het daarvoor beschikbare Beheerbudget, zoals na aanleg van de zandmotor gevuld door RWS en de provincie. De uitvoering van strandbewaking is echter geen primaire/wettelijke taak van de provincie. Het voornemen is daarom om vanaf 2022 de subsidie voor de reddingsbrigades geleidelijk af te bouwen, waarbij door de provincie alleen nog de exploitatiekosten van de twee betrokken reddingsbrigades worden vergoed. Dit voor een bedrag van maximaal € 100.000 per jaar uit het door de provincie aangevulde Beheerbudget onder 5.3 Leven met water. Het is dan aan de gemeente om te bepalen of en hoeveel zij bijdraagt in evt. investeringskosten van de reddingsbrigades op de zandmotor. Het voor 2022 eerder vastgestelde subsidieplafond bedraagt € 100.000. Vanwege de hoge inflatiecijfers is het voorstel om het subsidieplafond voor 2023 vooralsnog te handhaven op dit bedrag. De dekking hiervan is ten laste van de OVP Zandmotor (beheerfonds Zandmotor).
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-3-1 Waterveiligheid.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument. De provincie doet dit voor de veiligheid van alle strandgasten. Hiermee dient het een algemeen doel. De provincie is geen eigenaar van het strand en wordt ook geen eigenaar van het strand.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 100.000 en deze op te nemen in de begroting.
De begrotingssubsidie aan stichting Nieuw-Holland voor Zuid-Hollands kust initiatief verkenningsfase voor een bedrag van € 100.000 (beleidsdoel 5-3)
Provinciale doelen langs de kust zijn slechts realiseerbaar door samenwerking met andere partijen/stakeholders omdat veel verschillende belangen spelen in dit gebied. Stichting Nieuw Holland heeft een plan uitgewerkt waarmee de stakeholders en hun belangen in kaart worden gebracht. Dit zal input leveren voor het rijksbrede Kennisprogramma Zeespiegelstijging en het Deltaprogramma. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen in beleidsdoel 5-3 Leven met water.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-3-1 Waterveiligheid . Voor het (verder) ontwikkelen van een visie op de kust voor kustbescherming en natuurontwikkeling is de provincie eerdere jaren al aangesloten bij de Stichting Nieuw Holland met het zogeheten Zuid Hollands Kust Initiatief (ZHKI).
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn want de provincie is geen opdrachtgever, het is een samenwerking tussen diverse partijen en wordt uitgevoerd door Stichting Nieuw Holland.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 100.000 en deze op te nemen in de begroting.
Boekjaar- en projectsubsidies 2023 in vergelijking met 2022 (in €)
Beleids-doel | Subsidie-regeling-nummer | Titel van regeling | Maximaal te subsidiëren 2022 | Kadernota 2023 | Begroting 2023 | Maximaal te subsidiëren 2023 |
---|---|---|---|---|---|---|
5.1 | 1.6.21 | Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) | 55.000.000 | 30.575.000 | 30.575.000 | |
5.1 | 1.6.68 | Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 | 2.860.000 | 96.060.000 | 96.060.000 | |
5.1, 5.2, 7.1 en 7.2 | 1.6.76 | Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 | 10.595.000 | 3.915.000 | 3.915.000 | |
5.2 | 1.6.115 | POP3 regeling | 100.000 | |||
Totaal | 68.555.000 | 130.550.000 | 130.550.000 |
Toelichting boekjaar- en projectsubsidies 2023
Voor 1.6.21 Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap (SKNL) een subsidieplafond van € 30.575.000 (beleidsdoel 5-1)
Voor het behoud van de biodiversiteit in Zuid-Holland werkt de provincie Zuid-Holland aan de realisatie en behoud van het Natuurnetwerk Nederland (NNN). Voor het realiseren van natuur middels zelfrealisatie door eigenaren van agrarische grond bestaat de Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap Zuid-Holland 2013. De zogenaamde zelfrealisator krijgt dan een subsidie voor de waardedaling van de grond als gevolg van de functieverandering naar natuur en voor de inrichtingsmaatregelen. Ook kunnen kwaliteitsimpulsen van reeds bestaande natuurgebieden via deze subsidieregeling gefinancierd worden.
De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande budgetten welke in de begroting zijn opgenomen in beleidsdoel 5.1 Gezonde Natuur.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert voor de provincie de subsidieregeling uit.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Natuur. Dit draagt bij aan het behoud en ontwikkeling van natuurgebieden en landschappen waardoor de biodiversiteit niet meer achteruit gaat.
Subsidie is het meest geëigende instrument. De subsidieregeling is gebaseerd op een landelijke modelregeling die alle provincies gebruiken. Bij het bepalen op landelijk niveau is de afweging destijds gedaan.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het subsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 30.575.000 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.68 Subsidieregeling Natuur en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016 een hoofdsubsidieplafond van € 96.060.000 (beleidsdoel 5-1)
Voor hoofdstuk 2 Natuur- en landschapsbeheer een deelplafond van € 44.000.000.
Veel natuurwaarden zijn afhankelijk van een bepaalde vorm van beheer, zoals begrazing, maaien of het verwijderen van houtige vegetatie. Het beheer wordt uitgevoerd door diverse terreinbeheerders, particulieren en andere overheden. In een groot deel van het natuurnetwerk kunnen zij aanspraak maken op provinciale beheersubsidie vanuit de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer Zuid-Holland 2016. De subsidie wordt verstrekt in tijdvakken van zes jaar. Niet iedere beheerder heeft hetzelfde aanvangsjaar van de subsidiebeschikking en daarmee loopt er jaarlijks een deel van de subsidiebeschikkingen af. Om het natuurbeheer te kunnen continueren wordt voor het areaal dat afloopt wederom subsidie opengesteld. Daarnaast kan een beheerder voor nieuw gerealiseerde natuur ook beheersubsidie aanvragen. Voor het areaal van Natuurmonumenten en een aanzienlijk deel van Stichting Het Zuid-Hollands Landschap loopt per eind 2022 het subsidietijdvak af en zal er per 2023 weer een nieuwe subsidieperiode gaan lopen. Vandaar dat het benodigde plafond relatief hoog is. De dekking wordt gevonden in doel 5-1 Gezonde Natuur. Op basis van het Natuurpact en de afspraken in het kader van het landelijke Programma Natuur komen er hiervoor middelen in het provinciefonds. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert voor de provincie de subsidieregeling uit.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Natuur. Dit draagt bij aan het behoud en ontwikkeling van natuurgebieden en landschappen waardoor biodiversiteit niet meer achteruit gaat.
Subsidie is het meest geëigende instrument. De subsidieregeling is gebaseerd op een landelijke modelregeling. Provincies en natuurbeheerders hebben afgesproken de natuurbeheersubsidie zo uniform mogelijk uit te voeren via een subsidieregeling.
Voor Hoofdstuk 3 Agrarisch natuur- en Landschapsbeheer een deelplafond van € 52.060.000.
Het agrarisch natuurbeheer geeft agrarische collectieven de mogelijkheid om met agrariërs beheerafspraken te maken ten behoeve van natuur, waterkwaliteit en klimaat. Vanaf 2023 is er een nieuw Europees Gemeenschappelijk Landbouw Beleid.
Het nieuwe Europese beleid richt zich op het ondersteunen van boeren die een omslag maken naar een duurzame bedrijfsvoering. Doelen die centraal staan zijn onder andere weide- en akkervogels, maatregelen ten behoeve van de waterkwaliteit of het klimaat. Er zijn ten opzichte van voorgaande jaren ook extra Europese middelen beschikbaar voor weidevogels, waterkwaliteit en klimaat. Vanwege het nieuwe Europese beleid per 2023 zullen de agrarische collectieven voor het gehele agrarische natuurbeheer nieuwe subsidieaanvragen voor de komende zes jaar indienen. Vandaar dat het totale subsidieplafond hoger is dan voorgaande jaren. De dekking wordt gevonden in beleidsdoel 5-1 Gezonde Natuur. Circa 65% van de middelen worden gedekt vanuit het nieuwe Europese Gemeenschappelijke Landbouw Beleid, dat is verwoordt in het Nationaal Strategisch Plan. Daarnaast draagt het Ministerie van LNV bij voor maatregelen ten behoeve van het Aanvalsplan Grutto en cofinanciering waterschappen voor water en klimaatmaatregelen. De middelen voor de provinciale financiering ontvangt de provincie vanuit het Natuurpact / decentralisatieakkoord.
De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voert voor de provincie de subsidieregeling grotendeels uit.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Natuur. Dit draagt bij aan het behoud en ontwikkeling van agrarische natuurgebieden en landschappen waardoor de biodiversiteit niet meer achteruit gaat.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrumenten. Deze afweging heeft plaatsgevonden bij het opstellen en vaststellen van de subsidieregeling.
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het hoofdsubsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 96.060.000 en deze op te nemen in de begroting.
Voor 1.6.76 Subsidieregeling groen Zuid-Holland 2016 een hoofdsubsidieplafond voor een bedrag van € 3.915.000 (beleidsdoel 5-1, 5-2 en 7-2) ; Deze hoofdplafond is als volgt verdeeld:
Voor § 2.1 Ganzenrustgebieden (beleidsdoel 5-1) een deelplafond van € 130.000
Subsidie kan worden verleend voor het nalaten van de verjaging van beschermde inheemse ganzen in ganzenrustgebieden gedurende de periode van 1 november tot 1 april. De activiteit leidt tot een min of meer aaneengesloten ganzenrustgebied gedurende de periode 1 november tot 1 april. Het doel daarbij is verhoging van het aantal ongestoorde foerageermogelijkheden voor overwinterende beschermde inheemse ganzen in twee ganzenrustgebieden. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen voor
Landbouwbeleid in beleidsdoel 5-1 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-3 Faunabeheer.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn. De afweging is eerder gemaakt door deze paragraaf op te nemen in de subsidieregeling Groen 2016.
Voor § 2.2 Agrarische structuurversterking voor de grondgebonden landbouw (beleidsdoel 5-2) een deelplafond van € 200.000
De urgentie van een toekomstbestendige landbouw is de laatste jaren toegenomen. Om een vitale en toekomstbestendige sector te behouden lijkt een ingrijpende verduurzaming van de landbouw en het landgebruik noodzakelijk. In lijn met de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw wordt de voorgaande subsidieregeling voor kavelruil (Subsidieparagraaf agrarische structuurversterking) beter aangesloten op de ambities voor vitale landbouw en het
versnellen van en opschalen naar kringlooplandbouw. Kavelruil is in deze nieuwe regeling geen doel op zich maar een middel in de verduurzaming van de landbouw. Kavelruil is een middel in het gebiedstraject, waarbij ook andere doelen behaald moeten worden zoals verbetering biodiversiteit, waterkwaliteit, ontwikkeling weidevogelgebied en extensivering van de landbouw.
De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen in Beleidsdoel 5-2 Toekomstige Landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-2-1 Vitale landbouw.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. De afweging is gemaakt bij het opstellen en vaststellen van de paragraaf in de subsidieregeling Groen 2016.
Voor § 2.6 Verwerving en inrichting ecologische verbindingen (beleidsdoel 5-1) een deelplafond van € 1.500.000
Subsidie kan worden verleend voor het verwerven van grond en het inrichten van grond ten behoeve van de realisatie van ecologische verbindingen. Door het aanleggen van ecologische verbindingen worden verschillende gebieden van het Natuurnetwerk in Zuid-Holland met elkaar verbonden. Hierdoor kunnen dieren en planten nieuwe leefgebieden bereiken of bestaande populaties versterken. De dekkingsbron van deze subsidie is het Natuurnetwerk Nederland. De dekking wordt gevonden in de middelen die in de begroting reeds beschikbaar zijn gesteld in beleidsdoel 5-1 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Natuur. Dit draagt bij aan het behoud en ontwikkeling van natuur en biodiversiteit. Daarnaast kunnen meerdere belangen tegelijk in het geding zijn en een motivatie zijn om verbindingen aan te leggen, zoals:
- vergroten waterbergend vermogen,
- vergroten mogelijkheden voor recreatie, en
- verhogen woonkwaliteit, wervend woonmilieu
Het alternatief voor het instrument subsidie is dat de provincie zelf de uitvoering ter hand nemen (of afzien van realisatie). Er is voor deze subsidie gekozen omdat het realiseren van ecologische verbindingen juist vaak in combinatie met andere ruimtelijke opgaven opgepakt kan worden. Het verlenen van een subsidie is daarom in veel gevallen effectiever dan dit als provincie zelf ter hand te nemen.
Voor § 2.7 Beschermde natuurmonumenten (beleidsdoel 5-1) een deelplafond van € 35.000
Aan een zestal beheerders wordt subsidie verleend voor het doen en laten van beheermaatregelen in een gebied dat valt binnen Natura 2000 en-of viel onder de voormalige Natuurbeschermingswet 1998. Het betreffende deelproduct in de begroting is dan ook Natura2000. De afspraken zijn er op gericht op de natuurwaarden in de gebieden in stand te houden en verder te ontwikkelen. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen in beleidsdoel 5-1 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-1 Natuur, waarbij het hoofddoel is biodiversiteit te verbeteren en behouden en basiskwaliteit natuur te waarborgen. Dit heeft de uitwerking in het realiseren, duurzaam beheren en beschermen van kwalitatieve natuur en hierbij partners zichtbaar betrekken in de gebieden Huys Ten Donck en de Oosterse en Westerse Laagjes.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Subsidie is gebleken de enige optie te zijn. De provincie is namelijk geen eigenaar van de grond en het verlenen van een opdracht voor de beheerwerkzaamheden is daarom niet mogelijk.
Voor openstellingsbesluiten voor icoonsoorten een verhoging van het hoofdplafond met € 200.000 (beleidsdoel 5-1)
Door de inwerkingtreding van de Wet Natuurbescherming zijn sinds 1 januari 2017 de provincies verantwoordelijk voor de bescherming van en zorg voor in het wild levende plant- en diersoorten. Hieronder valt o.a. de bescherming van kwetsbare en/of bedreigde dier- en plantensoorten, ook buiten de natuurgebieden. De provincie Zuid-Holland vult deze taak in door middel van het instrument icoonsoorten. Icoonsoorten zijn plant- en diersoorten die kenmerkend zijn voor Zuid-Holland. Het kan gaan om algemene soorten die voorkomen binnen steden, maar ook om zeldzame soorten in natuurgebieden. De provincie heeft 40 icoonsoorten aangewezen die een goede representatie vormen van de natuur van Zuid-Holland: als het leefgebied van deze icoonsoorten op orde is binnen de provincie, dan gaat het goed met de Zuid-Hollandse natuur. De insteek is hierbij dat de natuur van Zuid-Holland in volle breedte profiteert van maatregelen die worden genomen ten faveure van deze icoonsoorten (‘paraplu-functie’). Bij de GS-retraite hebben GS zich voorgenomen om voor de komende zes jaar € 2 mln. vrij te maken voor biodiversiteit. Dit subsidieplafond wordt gedekt vanuit de betreffende middelen.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-2-2 Bevorderen Biodiversiteit.
De beslissing tot het instrument van subsidies is genomen op het moment dat de paragraaf subsidies is vastgesteld.
Voor een nieuw te schrijven paragraaf voor Ondersteuning wildbeheereenheden een verhoging van het hoofdplafond met € 150.000 (beleidsdoel 5-1)
De wildbeheereenheden vervullen een belangrijke maatschappelijke, uitvoerende en wettelijke taak binnen de provincie. Op grond van de Wet natuurbescherming geven de wildbeheereenheden uitvoering aan de door de Faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan(nen) om daarmee te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers of terreinbeheerders. Dit draagt bij aan de uitvoering van het faunabeleid binnen de provincie Zuid-Holland. Dit draagt vervolgens weer bij aan het begrotingsdoel behouden en versterken van de biodiversiteit, maar ook aan het beperken van schade aan landbouwgewassen en waterkwaliteit en het beperken van risico's voor openbare veiligheid en volksgezondheid. Het beperken van de schade aan landbouwgewassen draagt ook bij aan het beperken van de kosten die de provincie maakt bij het verlenen van tegemoetkomingen. De subsidie wordt financieel gedekt uit de bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen voor faunabeheer in Beleidsdoel 5-1 Gezonde natuur.
De maatschappelijke baten zijn: Beleidsprestatie 5-1-3 Faunabeheer
Een zorgvuldig onderbouwd en uitgevoerd faunabeleid, ten behoeve van het behouden en versterken van de biodiversiteit, het beperken van schade aan landbouwgewassen, het behouden en verbeteren van de waterkwaliteit, het waarborgen van openbare veiligheid en volksgezondheid.
Subsidie is het meest geëigende instrument gezien de Wildbeheereenheden een bij wet aangewezen verenigingen zijn voor de uitvoering van de faunabeheerplannen en op basis hiervan uitvoering kunnen geven aan het provinciale beleid aangaande faunabeheer.
Voor § 2.10 Initiatieven voor Vitale Landbouw (beleidsdoel 5-2) een deelplafond van € 200.000
Subsidieregeling om bottom up initiatieven die bijdragen aan een vitale landbouw in ZH te stimuleren. De uitvoering van de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw gebeurt samen met allerlei partijen in Zuid-Holland: boeren, terreinbeheerders, burgers, kennis- en ketenpartijen. Juist van onderop komen vaak oplossingen naar voren die bijdragen aan een vitale landbouw. Met deze subsidie willen we het maatschappelijk veld uitnodigen om met initiatieven te komen. Deze kunnen aansluiten bij de gebiedsprocessen, maar kunnen ook anderszins bijdragen aan de doelen uit de Hoofdlijnennotitie Vitale Landbouw. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen voor Landbouwbeleid in beleidsdoel 5-2 Toekomstbestendige landbouw.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-2-1 Vitale landbouw . Dit draagt bij aan innovatie, samenwerking en verduurzaming van de landbouw en de voedselketen. Dat moet leiden tot betere verdienmodellen, ketensamenwerking, reductie in emissies (stikstof, broeikasgassen of fosfaat) toename biodiversiteit en betere relaties met de maatschappij.
Met subsidie nodigen we initiatieven uit die een bijdrage leveren aan de transitie van de landbouw. Daarom is subsidie een beter instrument dan opdrachtverstrekking.
Voor § 2.13 Verbeteren Waterkwaliteit (beleidsdoel 5-3) een deelplafond van € 100.000
De subsidiabele activiteit betreft een onderzoek of maatregel. Om voor subsidie in aanmerking te komen dient dat onderzoek of die maatregel bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit van een waterlichaam of zwemwaterlocatie en daarnaast ook aan een andere provinciale ambitie van Zuid-Holland. Een onderzoek of maatregel draagt bij aan de verbetering van de waterkwaliteit, wanneer hierdoor de toestand op het gebied van ecologie, chemie of algengroei gunstig wordt beïnvloed ten opzichte van de daarvoor gestelde doelen of grenzen.
De provinciale ambities voor de waterkwaliteit van oppervlaktewater, grondwater, overige wateren en zwemwater zijn neergelegd in het regionale waterprogramma Zuid-Holland 2022-2027 en de bijbehorende bijlage B (”KRW-nota. Bijdrage provincie Zuid-Holland aan het stroomgebied beheerplan 2022-2027 ter uitvoering van de Kaderrichtlijn Water”). De daarin vastgelegde doelen voor oppervlaktewaterlichamen en grondwater moeten op grond van de Kaderrichtlijn Water in 2027 bereikt zijn. Om deze doelen te behalen worden er maatregelen uitgevoerd door gemeenten, waterschappen en de provincie.
De provincie Zuid-Holland wijst jaarlijks de zwemwaterlocaties in natuurwater aan op grond van de Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden. Deze locaties liggen zowel langs de kust als in binnenwateren. Tijdens het zwemseizoen worden de locaties gecontroleerd op veiligheid en waterkwaliteit. Helaas wordt het zwemwater gedurende het badseizoen jaarlijks geplaagd door blauwalgen en fecale bacteriën door uitwerpselen van ganzen. De subsidie wordt financieel gedekt uit bestaande exploitatiemiddelen welke in de begroting zijn opgenomen voor Landbouwbeleid in beleidsdoel 5-3 Leven met water.
De maatschappelijke baten zijn: Beleidsprestatie 5-3-2 Waterbeschikbaarheid en -kwaliteit. De paragraaf voor het verbeteren van waterkwaliteit in de Subsidieregeling Groen Zuid-Holland 2016 beoogt de uitvoering van maatregelen en onderzoeken te stimuleren die de (zwem) waterkwaliteit verbeteren en die tevens synergie hebben met andere activiteiten die waterkwaliteit beïnvloeden.
Met subsidie nodigen wij initiatieven uit een bijdrage te leveren aan een betere waterkwaliteit. De afweging is gemaakt tijdens het opstellen en vaststellen van deze paragraaf in de subsidieregeling Groen 2016.
Voor § 2.14 Klimaatadaptatie (beleidsdoel 7-3) het volgende sub deelplafonds:
Sub deel 2.14.2 lid 1a procesondersteuning werkregio’s een deelplafond van € 50.000.
Sub deel 2.14.2 lid 1b procesondersteuning samenwerking gemeente – woningcorporaties een deelplafond van € 50.000.
Sub deel 2.14.2 lid 1c bijdragen aan gezamenlijk onderzoek met derden een deelplafond van € 50.000.
Sub deel 2.14.2 lid 1d cofinanciering grotere uitvoeringsprojecten een deelplafond van € 600.000.
Sub deel 2.14.2 lid 1e kleinschalige innovatieve pilots een deelplafond van € 150.000.
De effecten van klimaatverandering (weers-extremen, zeespiegelstijging) en bodemdaling hebben impact op de gezondheid en veiligheid van onze inwoners, de robuustheid van onze natuur, gebouwen en infrastructuur en aantrekkingskracht voor nieuwe investeringen (concurrentiekracht/vestigingsklimaat). Weersextremen met gevolgen als wateroverlast, overstromingen, langdurige droogte of hittegolven en zettingsproblemen door bodemdaling zich steeds vaker voordoen.
Om ervoor te zorgen dat in Zuid-Holland ook onder deze omstandigheden onze inwoners, bedrijven en investeringen gezond en veilig blijven, moeten ook medeoverheden en private partijen hun beleid en handelen aanpassen. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) hebben de gezamenlijke overheden (gemeenten, waterschappen, provincies en het rijk) afgesproken dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en water robuust moet zijn ingericht. GS hebben voor 2022 en 2023 in totaal 1 mln. aan middelen toegevoegd aan beleidsdoel 7-3 voor het ondersteunen van deze partijen in deze opgave. Dit subsidieplafond wordt uit deze middelen gedekt.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied . Dit draagt bij het klimaatbestendig en water robuust inrichten van Zuid-Holland.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. Met subsidie leveren de gezamenlijke overheden een bijdrage aan het klimaatbestendig en water robuust maken van Zuid-Holland. Daarom is subsidie een beter instrument dan opdrachtverstrekking en is deze paragraaf opgenomen in de subsidieregeling Groen 2016.
Voor § 2.16 Verbetering biotoop grutto en patrijs (beleidsdoel 5-1) een deelplafond van € 500.000
Voorjaar 2019 is het Actieplan Boerenlandvogels aan PS aangeboden en vervolgens vastgesteld. Dit plan heeft een looptijd tot 2027 en bevat de acties en maatregelen die nodig zijn om de achteruitgang van de boerenlandvogels in Zuid-Holland te stoppen en om te buigen in een toename. In 2019 en 2020 is een start gemaakt met de uitvoering van het Actieplan, op basis van de € 3,1 mln die bij het vaststellen van het actieplan was vrijgemaakt. Bij de behandeling van de begroting 2021 is via Amendement 680 een aanvullend bedrag van € 1,4 mln beschikbaar gekomen voor uitvoering van het Actieplan. In de voorjaarsnota 2021 is nog eens € 1,5 mln vrijgemaakt. In 2020 en 2021 is via de Srg op basis van drie openstellingen al ruim € 3,5 mln beschikbaar gesteld voor investeringen in verbetering van de biotoop van weide- en akkervogels. Het gaat hierbij onder andere om het verbeteren van het waterpeil en om het aanleggen van kruidenrijk grasland. Voor de periode 2023-2027 is vanuit de middelen voor biodiversiteit (€ 2 mln per jaar gedurende zes jaar, vrijgemaakt tijdens de GS-retraite) langjarig structurele financiering beschikbaar voor investeringen ten behoeve van boerenlandvogels. Dit maakt het mogelijk om tot een meer structurele regeling te komen voor het verbeteren van de biotoop van de boerenlandvogels. We weten van onze partners (i.c. TBO’s en BoerenNatuur Zuid-Holland/agrarische collectieven) dat hieraan behoefte is. Jaarlijks worden nog nieuwe initiatieven uitgewerkt voor een betere inrichting van de diverse agrarische gebieden en natuurgebieden – zij het op iets beperktere schaal dan de afgelopen jaren. We hebben immers een achterstand in beheer ingelopen door de eerdere openstellingen. Bij het herzien van de subsidieregeling Groen in 2022 hebben we een vaste subsidieparagraaf 2.16 ‘verbeteren biotoop boerenlandvogels’ toegevoegd. Jaarlijks wordt voor deze subsidieparagraaf het plafond vastgesteld. Voor 2023 gaat het om een bedrag van in totaal € 500.000. Dit subsidieplafond wordt gedekt vanuit bestaande budget voor beleidsdoel 5-1 Gezonde Natuur.
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 5-1-2 Bevorderen Biodiversiteit . De te financieren maatregelen hebben niet alleen positieve effecten op de aantallen boerenlandvogels; ook andere dieren en planten profiteren hiervan. Zo hebben boerenlandvogels behoefte aan voldoende oppervlakte van kruidenrijk grasland, waarin veel soorten bloeiende planten, grassen en insecten een plek vinden.
Als alternatief voor het instrument subsidie is opdrachtverstrekking overwogen. De afweging is gemaakt bij het opnemen van de paragraaf in de subsidieregeling Groen 2016.
Voor onderstaande paragrafen in de subsidieregeling Groen 2016 worden nul plafonds vastgesteld. Voor deze paragrafen wordt er in de begroting 2023 geen plafond opgenomen of dit in een later stadium wel zal gebeuren zal later besloten worden.
Voor § 2.8 Innovatieve Pilots Groene Cirkels een deelplafond van € 0
Voor § 2.9 Boerenlandpaden een deelplafond van € 0
Voor § 2.11 Kwaliteitsimpuls en participatie ten aanzien van de beweegvriendelijke leefomgeving, bestaande groengebieden en het recreatieve routenetwerk. Een deelplafond van € 0
Voor § 2.12 Groen werkt beter een deelplafond van € 0
Voor § 2.15 IBP Vitaal Platteland en Gebiedsplan Zuidwestelijke Delta een deelplafond van € 0
Gevraagd wordt aan Provinciale Staten om het hoofdsubsidieplafond vast te stellen op een bedrag van € 3.915.000 en deze op te nemen in de begroting.