Paragraaf Subsidies

De begrotingssubsidie aan NetVerder BV  voor de realisatie van een open netwerk voor stoom voor een bedrag van € 2.000.000 (beleidsdoel 3-3)
Met deze subsidie beoogt de provincie de energietransitie in de industrie te versnellen en dragen we bij aan de doelstelling om de CO2-emissie in Zuid-Holland te reduceren zoals in het provinciaal beleid “Schone Energie voor iedereen” is verwoord. Met dit netwerk wordt een CO2 uitstoot van minimaal 140 kton per jaar vermeden (dat staat gelijk aan ongeveer 20.000 woningen). Het gaat hier om het realiseren van een open netwerk voor stoom door het subsidiëren van een onrendabele top op het leggen van het netwerken. Stoom van AVR en Cabot wordt gedistribueerd via een stoomnetwerk naar afnemers zoals onder andere Huntsman, en Lyondell Basell. De middelen zijn reeds geaccordeerd in de kadernota 2019 en de begroting 2020 en 2021 en komen uit Programma 3.3 energie voor iedereen/ duurzame energie en grondstoffensysteem in de industrie. De subsidie dient uiterlijk te worden aangevraagd en toegekend in het eerste kwartaal van 2022 en het project uitgevoerd in 2022-2023. Dekking vindt plaats uit de bestaande exploitatiemiddelen van beleidsdoel 3-3 Duurzaam energie- en grondstoffen systeem in de industrie. De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3-3-1 Verhogen energie efficiëntie en mede ontwikkelen energie infra. De subsidie aan NetVerder BV zal ook bijdragen aan een forse CO2-reductie. Daarnaast is er sprake van een NOx-reductie.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 2.000.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan Coöperatie Campus@Sea U.A. een bedrag van € 200.000 (beleidsdoel 3-3)
Coöperatie Campus@Sea U.A. in Scheveningen is een van de energie innovatie fieldlabs die Zuid-Holland rijk is. Dit Fieldlab richt zich o.a. op energie innovatie op zee. Naast hun plek op de kade in de haven van Scheveningen, zijn ze ook verbonden met een offshore testlocatie voor innovaties op zee. Deze testlocatie (fieldlab) ligt op ongeveer 12 km voor de kust, en ligt ongeveer 2 km van een gasboorplatform (Q13 van Neptune). Er zijn diverse fieldlab-tests van o.a. drijvende zon- en golfenergie gepland op dit testbed. Helaas is de energie-infrastructuur nog niet compleet, want er mist nog een fysieke grid-connectie, om de op te wekken energie aan land te brengen, maar ook om monitoringssets en telecom apparatuur van stroom te voorzien. Wat ontbreekt is de 2km van Q13 naar de testlocatie.
Om de aanleg van de benodigde infrastructuur (waardoor er ook meer field lab tests uitgevoerd kunnen worden) mogelijk te maken is een begrotingssubsidie opgenomen van € 0,2 mln. Deze € 0,2 mln beslaat ongeveer 10% van de totale geraamde kosten voor de kabel. De resterende cofinanciering komt van de andere deelnemende private en publieke partijen. Ook is er voor een deel KansenVoorWest3 subsidie aangevraagd voor een van de werkpakketten voor de offshore kabel. Deze is echter niet rand voorwaardelijk voor het slagen van het project, en de stapeling past binnen de staatsteuntoets. Dekking vindt plaats uit de exploitatiemiddelen van beleidsdoel 3.3 (duurzaam energie- en grondstoffensysteem in de industrie).
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3-3-2 Vernieuwen en innoveren van het energie- en grondstoffen (eco-) systeem. Dit draagt bij aan stimuleren energie innovatie
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument, omdat deze kabel zelf geen business case heeft, maar wel voorwaardelijk is voor de ontwikkeling van zee-energie innovaties. De kabel kan worden beschouwd als nutsvoorziening/infrastructuur. Waarbij aanleg en over dimensionering (voor toekomst bestendigheid) een voorinvestering vereisen.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 200.000 en deze op te nemen in de begroting.

De begrotingssubsidie aan InnovationQuarter voor innovatieprogramma energie en klimaat een bedrag van € 250.000 (beleidsdoel 3-3)
Na twee eerdere rondes, is de derde ronde van het Innovatieprogramma Energie en Klimaat in Q2 2022 succesvol van start gegaan met de eerste tranche (3.1) van in totaal 3 geplande tranches binnen deze derde ronde. Het programma ondersteunt ondernemers bij het testen en demonstreren van nieuwe technologieën en het marktrijp maken van innovaties door gebruik te maken van de regionale fieldlab infrastructuur. We kunnen concluderen dat het een populair en doeltreffend instrument is voor de bevordering van innovatie op het gebied van Energietransitie en beperken van de klimaatverandering. In deze eerste tranche waren veel kwalitatief hoogwaardige inzendingen, en er is door het kernteam voor meer dan 33% van het beschikbare budget beschikt. Met als gevolg dat voor de laatste 2 tranches minder budget beschikbaar is (ongeveer 50% i.p.v. 66%), terwijl dit naar verwachting (gezien het aantal goede voorstellen) wel wenselijk is. Een aanvullend bedrag van € 0,25 mln. zal worden ingezet. Deze extra impuls heeft als doel om extra projecten een zetje in de rug te geven, en niet om de uitvoeringskosten bij de uitvoerende partijen op te hogen. Hiermee gaat ook de efficiency van het programma omhoog. De cofinanciering bedraagt minstens 50%, en komt uit de projecten in het innovatieprogramma zelf. Hierdoor word een verder impuls gegeven aan:

• Innovatieve ondernemers
• De innovatie fieldlab-infrastructuur

Dekking vindt plaats uit de exploitatiemiddelen van beleidsdoel 3-3 (duurzaam energie- en grondstoffensysteem in de industrie).
De maatschappelijke baten zijn: beleidsprestatie 3-3-2 Vernieuwen en innoveren van het energie- en grondstoffen (eco-)systeem. Dit draagt bij aan het stimuleren van energie-innovatie. Dit wordt gerealiseerd door ondernemers te stimuleren en te faciliteren in hun innovaties en daarnaast een fieldlab te ondersteunen in de vorm van fieldlabs.
Er zijn geen alternatieven voor het instrument subsidie overwogen. Subsidie is het meest geëigende instrument, zoals al gebleken is in de eerdere 2 rondes van dit innovatieprogramma.
Gevraagd wordt aan provinciale staten om de begrotingssubsidie vast te stellen op € 250.000 en deze op te nemen in de begroting.

Niet van toepassing.