Instrumentarium
Reserves
In het onderstaande overzicht wordt aangegeven welke de totale inzet van reserves is binnen de ambitie.
Reservenaam | Beleidsdoel | Toevoegingen 2022 | Onttrekkingen 2022 | Saldo mutaties 2022 | Saldo mutaties 2023 | Saldo mutaties 2024 | Saldo mutaties 2025 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Meerjarenplan Bodem, ondergrond en grondwater | 7-1 | 0 | 6.200 | -6.200 | -2.440 | -1.300 | -1.000 |
Groene ambities | 7-2 | 3.882 | 5.489 | -1.607 | 2.513 | 2.263 | 3.828 |
Eindtotaal | 3.882 | 11.689 | -7.807 | 73 | 963 | 2.828 |
Betrokkenheid van Verbonden Partijen
Omgevingsdiensten
De vijf omgevingsdiensten in Zuid-Holland ( (DCMR Milieudienst Rijnmond , Omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid , Omgevingsdienst West-Holland , Omgevingsdienst Midden-Holland en Omgevingsdienst Haaglanden )
voeren namens Gedeputeerde Staten het beleid op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving uit binnen de wettelijke kaders en de kaders die de provincie opstelt. Als bedrijven voldoen aan actuele wet- en regelgeving worden hinder, emissies en risico's beperkt. Actuele vergunningen, frequent toezicht en consequent handhavend optreden bij geconstateerde overtredingen dragen hier aan bij.
Naast vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH) taken bij bedrijven, voeren de vijf omgevingsdiensten ook taken uit op grond van onder meer de Wet Natuurbescherming, Wet bodembescherming, Waterwet, Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden, Wet luchtvaart, Wet geluidhinder en de Provinciale Milieuverordening.
PROAV N.V.
De provincie is enig aandeelhouder van het Provinciaal Afvalverwijderingsbedrijf Zuid Holland (PROAV NV). De exploitatie van stortplaats Derde Merwedehaven in Dordrecht is gestopt en er wordt gewerkt aan een gecombineerd plan dat de wijze beschrijft van eindafwerking, herinrichting en nazorg van de stortplaats. Het plan is inmiddels in uitvoering.
Fonds nazorg
De provincie Zuid-Holland is organisatorisch en financieel verantwoordelijk voor de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen, die op of na 1 september 1996 nog in bedrijf waren. Om de nazorgverantwoordelijkheid te kunnen bekostigen, legt de provincie aan de stortplaatsexploitant, tot het moment van afhandeling van de overdracht van de eeuwigdurende nazorg aan de provincie, heffingen op om een doelvermogen op te bouwen.