Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid
Beleidsprestatie 7-1-1 Bevorderen van gezonde luchtkwaliteit
De provincie wil de gezondheidsschade aan mens en natuur door luchtverontreiniging en geurhinder beperken en hierdoor bijdragen aan een gezonde woon- en leefomgeving. Het luchtkwaliteitsbeleid van de provincie is erop gericht om samen met andere partijen ten minste aan de wettelijke Europese luchtkwaliteitseisen te blijven voldoen en ernaar te streven de WHO-advieswaarden in 2030 te behalen.
- Uitvoering van het Schone Lucht Akkoord: binnen het Schone Lucht Akkoord werkt de provincie samen met andere overheden en maatschappelijke partijen aan verdere verbetering van de huidige luchtkwaliteit Het Programma Luchtkwaliteit geeft een impuls om de WHO-advieswaarden te bereiken.
- Vergunningverlening en handhaving: beperking van emissies van industriële activiteiten naar de lucht wordt gereguleerd via vergunningen (van inrichtingen waarbij de provincie bevoegd gezag is), die scherp zijn vastgesteld op basis van de rijksregelgeving en de Nederlandse Emissie Richtlijnen.
- Pieken in luchtverontreiniging door smog: het provinciale draaiboek beschrijft de acties die binnen Zuid-Holland worden genomen als zich dit voordoet.
- Geurhinder: het geurhinderbeleid is bedoeld om aan te geven wat de maximale aanvaardbare geurbelasting is bij woonhuizen. De provincie past dit beleid toe bij de vergunningverlening aan bedrijven onder bevoegd gezag van de provincie.
- Zeer zorgwekkende stoffen, voorheen prioritaire stoffen (wettelijke taak): de provincie wil deze emissies minimaliseren.
- Stikstofdepositie: de provincie besteedt aandacht aan brongericht stikstofbeleid. De uitwerking hiervan heeft een sterke relatie met inzet vanuit energietransitie en schone mobiliteit en zal in samenhang plaatsvinden.
- Luchtkwaliteit en binnenvaart: blijvend de uitstoot schadelijke stoffen door varend ontgassen van de binnenvaart tegengaan.
Meer specifiek:
- We starten een pilot scherper vergunnen met OZHZ.
- We stimuleren gemeenten zelf met luchtkwaliteitsbeleid te komen.
- We laten burgers zelf luchtkwaliteit meten door meters beschikbaar te stellen en te ondersteunen: om draagvlak te krijgen voor het beleid, om lokaal druk te zetten aanvullend beleid te formuleren en om burgers zelf luchtkwaliteitsmaatregelen te laten nemen.
- We starten een houtstookcampagne, om onnodige en onverantwoorde houtstook tegen te gaan.
- We ontsluiten kennis over luchtkwaliteitsmaatregelen en organiseren kennisnetwerken.
- We monitoren de luchtkwaliteit.
- We adviseren bedrijven over efficiënter en schoner invullen van hun vervoer.
- We adviseren het Rijk en EU-commissie over de implementatie van de nieuwe WHO-advieswaarden.
- In samenwerking met het Zero Emission Services (ZES) consortium komt er laadinfrastructuur in Alblasserdam voor elektrische scheepvaart.
- We stellen een convenant / bestuursovereenkomst op om zo meer druk te zetten op alle partijen om de bestaande knelpunten bij varend ontgassen zo snel mogelijk op te lossen.
Beleidsprestatie 7-1-2 Verminderen van geluidhinder
Maatschappelijk gewenste ontwikkelingen moeten kunnen plaatsvinden terwijl tegelijkertijd de inwoners beschermd worden tegen geluidshinder. Geluidshinder ontstaat uit de (grotendeels wettelijk gereguleerde) gemiddelde hoeveelheid geluid en (zeer beperkt wettelijk gereguleerde) piekgeluiden. Belangrijk is om meer inzicht te krijgen in de verhouding tussen ervaren geluidshinder en feitelijke hoeveelheid geluid. De provincie streeft ernaar haar wettelijke geluidstaken in de provinciale kerntaken ruimte, economie en bereikbaarheid te integreren.
De provincie is wettelijk verantwoordelijk voor geluid van verkeer op provinciale wegen, voor vergunningverlening, toezicht en handhaving van geluid bij bedrijven met een provinciale vergunning (op grond van de Wet algemene bepalingen Omgevingsrecht) en voor de aanwijzing van stiltegebieden. De inzet is erop gericht geluidshinder door wegverkeer en – voor zover onder verantwoordelijkheid van de provincie – railverkeer, luchtvaart en industrie (met name door vergunningverlening) te voorkomen en te verminderen.
- We stellen een nieuw Actieplan Geluid provinciale wegen 2023-2028 op, inclusief een voorstel voor daarvoor benodigde middelen.
- We maken een voorstel om geluidproductieplafonds langs provinciale wegen (Omgevingswet) vast te stellen.
- We monitoren de geluidproductieplafonds.
- We maken een voorstel over geluidsanering van woningen langs provinciale wegen vanwege wettelijke vereisten (Omgevingswet).
- We zoeken naar evenwicht tussen industrie, woningbouw en gezonde leefomgeving (voor een belangrijk deel geluid) in het programma Havengeluid en Omgeving (samen met de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam).
- We voeren het vastgestelde plan burgermeetnet geluid RTHA uit.
- We blijven met ministerie I&W in gesprek over geluidhinder van Schiphol en RTHA.
- We plaatsen waar nodig aanvullende bebording voor stiltegebieden.
- We kijken naar de mogelijkheden voor een monitoringssysteem voor stiltegebieden.
- We verkennen de mogelijkheden om ervaren geluidsoverlast in Zuid-Holland te meten.
Beleidsprestatie 7-1-3 Voorkomen van risico’s door ongevallen met gevaarlijke stoffen (transport/industrie)
Het doel van externe veiligheid (omgevingsveiligheid) is om te zorgen voor een veiliger Zuid-Holland. Dit doet de provincie door de kans te minimaliseren dat grote groepen mensen slachtoffer worden van ongevallen met gevaarlijke stoffen. Om dit te bereiken werkt de provincie langs zes hoofdlijnen:
1. Risicovolle activiteiten clusteren.
2. Risicovolle activiteiten verantwoord combineren.
3. Risico’s aan de bron verminderen.
4. Maatregelen nemen in de omgeving van een risicovolle activiteit.
5. Kwaliteit van de uitvoering verhogen.
6. Basisinformatie beschikbaar stellen.
Deze zes lijnen zijn verder uitgewerkt in het provinciale omgevingsprogramma. Daarnaast neemt de provincie actief deel aan landelijke samenwerking in de meerjarenagenda versterking omgevingsveiligheid. De provincie wil het rijksbeleid voor de modernisering van omgevingsveiligheid beïnvloeden en vraagt aandacht voor het transport van gevaarlijke stoffen door dichtbevolkte gebieden. De inwerkingtreding van de Omgevingswet vraagt inzet op de implementatie van de nieuwe instrumenten die deze wet biedt. Komende jaren zetten we ons in voor externe veiligheid bij de energietransitie en de woningbouwopgave.
Beleidsprestatie 7-1-4 Beschermen en benutten van de kwaliteiten van het bodem- en grondwatersysteem
Om de kwaliteiten van bodem en ondergrond optimaal te benutten, beschermen en beheren wil de provincie:
1. Bodem optimaal benutten:
- Winnings-, opslag- en transportfuncties duurzaam positioneren, beheren en afbouwen;
- 3D-ordening in ruimtelijke planprocessen bevorderen;
- Waarden van de ondergrond beheren.
2. Bodem en grondwaterkwaliteit beschermen en beheren:
- Overgangsrecht uitvoeren door mandatering en opdrachtverlening aan Omgevingsdienst.
- Project aanpak spoedlocaties afronden.
- Maatregelen uit het waterprogramma voor verbetering van de grondwaterkwaliteit uitvoeren.
- Met andere overheden samenwerken op de thema’s diffuse verontreinigingen, zeer zorgwekkende stoffen en nieuwe stoffen.
- In de kennisinfrastructuur bodem en ondergrond investeren.
3. Nazorg stortplaatsen.
Beleidsprestatie 7-1-5 Vergunningverlening, toezicht en handhaving, uitgevoerd door de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten
De nota Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving (VTH) 2018-2021 biedt de kaders om het VTH-instrumentarium in te zetten voor een veilige en gezonde leefomgeving, met name op het gebied van luchtkwaliteit, geluid en omgevingsveiligheid (opslag en transport van gevaarlijke stoffen). Op het moment dat de Omgevingswet inwerking treedt (voorzien op 1 januari 2023), zal ook de nieuwe Nota VTH in werking treden.
- Het instrumentarium Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving reguleert bedrijven en activiteiten die onder bevoegd gezag van GS vallen. Bij inzet van dit instrumentarium wordt gelet op ondersteuning van beleidsambities zoals de energietransitie, circulaire economie en het Schone Lucht Akkoord.
- We monitoren en geven sturing aan de uitvoering van gemandateerde taken door omgevingsdiensten.
- Bij handhaving gaan we zo nodig naar verscherpt toezicht, zoals bijvoorbeeld bij het project Chemours en het afvalverwerkende bedrijf Van Leeuwen.
- Om informatie beter en makkelijker te kunnen ontsluiten en delen, digitaliseren we het werkveld verder. Bij vergunningverlening voeren we het ontwikkelprogramma Altijd Actuele Digitale Vergunning in 2023 verder uit voor alle Zuid-Hollandse omgevingsdiensten en zoeken we aansluiting met het landelijke partners voor een bredere uitrol.
- Emissies van (potentiële) zeer zorgwekkende stoffen (ZZS) naar lucht, water en bodem gaan we voorkomen door inventarisaties bij bedrijven van ZZS en in de afvalverwerking, actualisatie van vergunningen, overleg met het Rijk over regelgeving en onderzoek naar hoogwaardig hergebruik van ZZS- houdende materialen en vermindering van ZZS-houdend afval.
- In het kader van de circulaire economie laten we knelpunten en kansen in het afvaldomein verder onderzoeken.
- We stimuleren kennisuitwisseling en bevorderen samenwerking met en tussen omgevingsdiensten. In samenwerking met de gemeentelijke partners bij de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten is er bestuurlijk opdracht gegeven om gezamenlijk te werken aan de doorontwikkeling van de vijf diensten. Deze gezamenlijke doorontwikkeling richt zich op arbeidsmarkt, informatievoorziening en digitalisering, kennisdeling en -ontwikkeling op het gebied van milieucriminaliteit, circulaire economie en energie. Deze doorontwikkeling gaat in 2023 verder.
- Naar aanleiding van landelijke onderzoeken heeft de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat in juli 2022 een interbestuurlijk programma gestart gericht op verbetering van het landelijke stelsel van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het programma heeft een looptijd van twee jaar en zal zich onder andere richten op een verbeterde samenwerking tussen straf- en bestuursrecht en verdere data- en kennisdeling onderling. Wij dragen in IPO-verband actief bij aan dit landelijke programma.
- We sorteren voor op de komst van de Omgevingswet en hebben het instrumentarium en beleid aangepast om tegelijker met de Omgevingswet van kracht te worden.
Beleidsprestatie 7-1-6 Samenhangend beleidskader Gezond en Veilig met kennisontwikkeling en innovatie
Gezondheid is een groot goed. Verschillende elementen in de leefomgeving hebben invloed op de gezondheid. Om die reden streeft de provincie naar een gezonde en veilige leefomgeving. Een omgeving die inwoners als prettig ervaren, uitnodigt tot gezond gedrag en beschermt tegen negatieve invloeden, zoals luchtvervuiling, bodemverontreiniging, veiligheidsrisico’s, geluid, wateroverlast en hittestress. We hebben aandacht voor kwetsbare groepen en wijken.
In de startnotitie ‘Gezond en veilig’ is de ambitie geformuleerd dat in al het provinciale beleid gezondheid en veiligheid een plek krijgt. Dit vraagt om een innovatieve en gecoördineerde beleidsaanpak, waarbij bestaand beleid in samenhang wordt gezien met gezondheid.
Om te verkennen op welke wijze gezondheid een plek kan krijgen in het provinciale beleid is voor de coalitieperiode 2020-2023 het ontwikkelprogramma gezond en veilig ingericht. 2023 is het laatste jaar van dit ontwikkelprogramma.
Het ontwikkelprogramma is ingericht langs drie lijnen.
- Samenwerking met bestaande opgaven om daarin gezondheid een plek te geven. Zo werkt het programma samen met de opgave concurrerend Zuid-Holland aan gezonde groene bedrijventerreinen. Met de opgave sterke steden en dorpen kijkt het programma hoe gezondheid een element van afweging kan zijn bij toekomstbestendige nieuwbouw en bestaande bouw.
- Uitvoering van verschillende projecten en subsidieverlening onder de nieuw op te stellen regeling sport en recreatie. In eerdere jaren is onder meer een regeling voor groene schoolpleinen en voor groene gezonde bedrijventerreinen opgesteld.
- Bijdrage aan netwerken zoals Gezond Verstand, waarbij vanuit verschillende disciplines – van arts tot architect tot agrariër - wordt gekeken wat er nodig is om een gezonde leefomgeving te realiseren. Daarnaast werken we samen met partners op het terrein van vergroening en klimaatadaptatie aan een gezonde groene leefomgeving in de Groene Cirkel Gezonde groene stad. Verder is er een samenwerkingsagenda met de 4 Zuidhollandse GGD’en en werken we samen met de 3 universiteiten in Zuid-Holland (Leiden, Delft en Erasmus Rotterdam), aan een (kennis)netwerk rond gezondheid en een gezonde leefomgeving.
In de voortgangsrapportage die eind 2022 aan de Provinciale Staten wordt gezonden, zijn aanbevelingen opgenomen over de wijze waarop gezondheid structureel onderdeel van het beleid moet zijn en welke investeringen daarmee gemoeid zijn.
Beleidsdoel 7-2 Gezonde en bewegingsvriendelijke leefomgeving
Beleidsprestatie 7-2-1 Recreatie, Sport, kennisontwikkeling en Innovatie
Algemeen
Voldoende beweging levert een positieve bijdrage aan gezondheid en helpt gezondheidsproblemen te voorkomen. Mensen gaan vaker naar buiten om te bewegen en te sporten en doen dat ook steeds meer ongeorganiseerd en bij voorkeur ‘om de hoek’. Dat leidt tot meer druk op bestaande voorzieningen. Die druk wordt ook vergroot door groei van het aantal inwoners in Zuid-Holland. Dit vraagt om extra beheer- en (her)inrichtingsmiddelen.
Recreatie
In 2022 wordt het in het recreatieperspectief 2030 in beeld gebracht hoe we om kunnen gaan met de huidige recreatiedruk en verdere toename in de komende jaren. Daarbij is ook in beeld gebracht op welke wijze de recreatieopgave samenhangt met andere opgaven die de provincie heeft in het landelijk gebied (voor natuur, water, CO 2 en stikstof) en met de verstedelijking. Op basis hiervan kunnen we ambities en bijbehorende realisatiestrategie(en) kiezen.
We blijven met subsidies voor kwaliteitsimpuls recreatie stimuleren om de kwaliteit te verbeteren van recreatiegebieden stedelijke groenstructuur en drukke stranden voor inspannen en ontspannen. Ook blijven we de mogelijkheden verbeteren voor inwoners om vanuit huis binnen 15-20 minuten wandelend/fietsend een groengebied, wandel-, fiets- of vaarroute in het buitengebied te bereiken.
Recreatiegebieden
Recreatiegebieden in Zuid- Holland - in eigendom en van derden – moeten schoon, heel en veilig blijven.
De meeste recreatiegebieden in Zuid-Holland zijn van gemeenten, recreatieschappen en Staatsbosbeheer. De provincie ondersteunt de beheerders met een beheersubsidie; hiervoor hebben Gedeputeerde Staten in 2022 een nieuwe subsidieregeling beheer recreatiegebieden vastgesteld, waarbij een subsidie van maximaal 40% van de kosten mogelijk is. De verschillende beheerders zullen stapsgewijs instromen in deze regeling. De eerste tranche aanvragers betreft een aantal (samenwerkingsverbanden van) gemeenten en Staatsbosbeheer, die op basis van de nieuwe regeling per 2023 subsidie kunnen ontvangen voor beheer en toezicht van hun recreatiegebieden. Met een extra budget van € 0,9 mln is het naar verwachting mogelijk om de provinciale bijdrage aan het beheer voor deze gebieden op 40% te brengen. Hiervoor zijn helaas geen middelen gevonden in de begroting.
De recreatieschappen blijven, op basis van bestaande afspraken, tot en met 2025 de afgesproken beheerbijdragen ontvangen door aparte begrotingssubsidies. Daarna stromen zij ook in de nieuwe regeling.
Daarnaast heeft de provincie zelf nog enkele recreatiegebieden, waarvan Vlietland en Bentwoud de grootste zijn. Voor Vlietland worden het beheer uitgevoerd conform het ontwikkelperspectief dat samen met de omgeving is opgesteld. De verwachting is dat in 2023 verder wordt gegaan met de bouw van vakantiewoningen in Vlietland. De provincie zal er daarbij op toezien dat het gebied goed toegankelijk blijft en ook de verplichtingen nakomen zoals in het verleden zijn overeengekomen met Recreatiecentrum Vlietland BV, zoals de Rietpolderweg omleggen en nieuwe parkeervoorzieningen aanleggen. Tot slot zal langs de A4 op het traject Vlietland-Vogelplas een passende geluidwerende voorziening (motie 867) worden aangelegd waarvoor in 2022 de uitvraag aan de marktpartijen zal plaatsvinden.
Voor Bentwoud, waar de provincie voor het grootste deel eigenaar van is, is in 2022 hard gewerkt aan een ontwikkelperspectief en een nieuwe samenwerkingsovereenkomst met de gemeenten en Staatsbosbeheer. Deze is naar verwachting voor of begin van het begrotingsjaar vastgesteld, waarna het beheer en de maatregelen conform afspraken worden uitgevoerd.
In 2022 heeft de evaluatie van het succesvolle programma Recreatie om de Stad (Rods) plaatsgevonden. De fysieke realisering van Rods-gebieden is nagenoeg voltooid. De financieel-administratieve verplichtingen die de provincie is aangegaan voor het project Rods-project Groenzoom, worden naar verwachting in 2023 definitief afgewikkeld.
Participatie
De provincie bevordert de betrokkenheid van inwoners bij het groen en versterkt de groenbeleving door de ondersteuning aan:
- de programma's De Groene Motor (vrijwilligers), Mens en Natuur (IVN) en Groen doet goed (natuureducatie en natuurbeleving door kinderen);
- projectsubsidies voor verbreding van het vrijwilligerswerk.
Stimuleren bewegen
Beweegvriendelijke leefomgeving
De provincie stimuleert sportief en recreatief bewegen in en rond de woonomgeving, sinds 2021 via de subsidieopenstelling beweegvriendelijke leefomgeving.. In 2023 zetten we deze subsidiemogelijkheid voort.
Sport en bewegen
In 2023 werkt de provincie verder aan zo veel mogelijk sport en beweging voor iedereen, om de hoek. Dit zullen we in eerste instantie doen door de bestaande subsidieregelingen voort te zetten . Daarnaast zullen we bepalen welk vervolg we geven aan de resultaten en aanbevelingen van het onderzoek spreiding naar sportaccommodaties, uitgevoerd door het Mulier Instituut.. De projecten van het Jeugdfonds Sport & Cultuur die de provincie in 2021 en 2022 financieel heeft ondersteund, worden nog in 2022 geëvalueerd. De resultaten hiervan vormen de basis voor ondersteuning van nieuwe projecten.
De provincie zal zich in 2023 verder in het beleidsnetwerk rondom sport en bewegen positioneren. We onderhouden samenwerkingen met de huidige partners en zetten nieuwe op.. Zo zal de provincie Reddingsbrigade Nederland een helpende hand blijven toezeggen, en waar mogelijk ondersteunen.
Landschapstafels
De einddatum van de subsidies aan de landschapstafels en daarmee afronding van de projecten is 31 december 2022. In 2023 worden de subsidies vastgesteld.. Er is in de begroting geen aparte regeling voor de landschapstafels opgenomen. Wel kunnen de landschapstafels subsidies aanvragen bij de bestaande mogelijkheden van de provincie.
Recreatieve routenetwerken
Het beheer en onderhoud van recreatieve routestructuren dient op orde te zijn en kan op onderdelen worden verbeterd. Dat geldt ook voor de kwaliteit, de bruikbaarheid en de vindbaarheid van de recreatieve routes (wandelen, fietsen, varen, ruiteren). Hiervoor ondernemen we de volgende acties:
- evaluatie van het functioneren van het routeplatform en op grond daarvan verdere stappen zetten. Het Kwaliteitshandboek voor routenetwerken, opgesteld in 2022 en de ArcGis kaart worden actueel gehouden. We houden aandacht voor het gebruik en de beleving van de routenetwerken en voeren hier waar nodig onderzoek en/of acties op uit.
- financiering onderhoud landelijke wandel- en fietsroutes door Zuid-Holland.
- de LF-routes (lange afstand fietsroutes) worden omgezet in LF icoonroutes. Inmiddels zijn de icoonroutes Kustroute, Maasroute en Waterlinieroute gerealiseerd. In 2023 onderzoeken we of er nog een vierde route door Zuid-Holland opgezet wordt, mogelijk de Rijnroute.
- voortzetten van de bijdrage aan landelijke routebureaus voor fietsen en wandelen (Wandelnet en Fietsplatform). Hiermee vergaren wij ook kennis en dragen wij bij aan de doorontwikkeling van de landelijke routenetwerken.
- continueren van openstellingsvergoeding voor boerenlandpaden (circa 99 km en onderdeel van het provinciaal wandelroutenetwerk)
- bijdragen voor het beheer van ruiterpaden die niet in eigendom zijn van gemeenten.
- voor ruiter- en menpaden zijn diverse ambities uitgewerkt. Met deze ruiterpaden is het mogelijk nieuwe verbindingen te maken en het ruiterpadenknooppuntensysteem uit te breiden.
- continueren van de subsidies aan bestaande voet- en fietsveren die al een langdurige subsidierelatie met de provincie hebben. Op basis van een evaluatie in 2022 herzien we het bestaande subsidiebeleid voor voet- en fietsveren worden herzien. Dit kan consequenties hebben voor de bestaande subsidies vanaf 2024.
Waterrecreatie
Gedurende afgelopen twee coronajaren is de belangstelling voor watersport en waterrecreatie toegenomen en dit willen we graag vasthouden. We vinden het belangrijk dat waterrecreanten meer bewust worden van schone, veilige en duurzame waterrecreatie. Daarom willen we participeren in een nieuwe Agenda Duurzame Waterrecreatie. Ook laten we samen met HHS Delfland een draagkrachtonderzoek uitvoeren met de vraag: wat kan een gebied aan en aan welke knoppen kun je draaien om de vaarrecreatie te sturen.
Afgelopen jaar zijn er meerdere subsidies verstrekt om de vaarfaciliteiten te verbeteren. Verder is er aandacht voor bewustwording en stimulering van de inwoners van Zuid-Holland om meer gebruik te maken van het vele water in Zuid-Holland. In 2022 is de pilot Waterboulevard in Rotterdam en Delft geweest: een watersportevenement om bewoners te laten kennismaken met de waterrecreatiemogelijkheden in hun buurt. In 2023 willen we dit evenement op andere locaties in Zuid-Holland uitvoeren. Het Meerdaags Varen op de Hollandse Plassen krijgt extra aandacht door het samen met lokale stakeholders ondernemers, beleidsmakers en overheden een impuls te geven.
Met drie regio's is een Gezamenlijk Programma Waterrecreatie opgesteld waarmee de provincie op een aantal thema's gaat samenwerken. In 2023 willen we met onze partners de samenwerking op het onderwerp waterrecreatie bestendigen en ervoor zorgen dat alles wat afgelopen jaren is opgebouwd steviger verankerd wordt in lokale en regionale programma’s en beleid.
Beleidsdoel 7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen de effecten van klimaatverandering en bodemdaling
Beleidsprestatie 7-3-1 Klimaatadaptatie en aanpak bodemdaling stedelijk gebied
In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) hebben de gezamenlijke overheden (gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk) afgesproken dat Nederland uiterlijk in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust moet zijn ingericht. Sinds augustus 2020 maken klimaatadaptatie, toekomstbestendig bouwen,rekening houden met bodemdaling en wateroverlast en in beeld brengen van klimaatrisico's (stresstesten) bij nieuwe omgevingsplannen onderdeel uit van ons provinciale omgevingsbeleid.
Via het programma ‘Weerkrachtig Zuid-Holland’ zijn sinds 2017 de kwetsbaarheden van klimaatverandering voor Zuid-Holland in beeld gebracht, handelingsperspectieven onderzocht, samenwerkingsnetwerken gevormd, instrumentarium ontwikkeld en beleid vastgelegd. Hiervoor zijn de 7 stappen van het nationale Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie gevolgd.
Focus op uitvoering klimaatbestendige inrichting van Zuid-Holland
Om de provincie klimaatbestendig in te richten is van alle provinciale ambities concrete focus en inzet noodzakelijk. Daarvoor benodigde kennis, beleidsinformatie en instrumentarium is voor alle relevante sectoren inmiddels beschikbaar. Vanuit het programma ‘Weerkrachtig Zuid-Holland’ blijven wij dit jaar onze eigen beleidsafdelingen ondersteunen in de praktische toepassing Daarbij benutten we koppelkansen zo goed mogelijk.
In de Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie ZH 2022-2023 is de benodigde focus en inzet van alle provinciale ambities beschreven. In 2023 halen wij de bereikte resultaten per ambitie op en bereiden wijeen nieuwe Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie voor, die het nieuwe college na de verkiezingen kan vaststellen.
Ook onze externe samenwerkingspartners ondersteunen wij dit jaar omklimaatadaptatie in praktijk te brengen, door kennis, proceskracht en subsidiemiddelen te leveren.
Monitoring van de opgave
In 2023 bouwen wij verder aan het dashboard van de Monitor Klimaatadaptatie om de ontwikkeling van de opgave voor nieuwe klimaatscenario's op basis van een aantal indicatoren langjarig te kunnen volgen.
Evaluatie klimaatadaptatie Zuid-Holland
2023 is het laatste jaar waarin wij voor dit programma menskracht en middelen hebben begroot. Wij zullen een evaluatie laten uitvoeren, zodat een nieuw college na de verkiezingen nut en noodzaak van voortzetting van dit programma na 2023 kan afwegen.