Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 5-1 Gezonde natuur
Beleidsprestatie 5-1-1 Natuur
We maken een robuust geheel van aaneengesloten natuurgebieden die tegen een stootje kunnen doordat de ecosystemen op orde zijn. Om dat te bereiken:
- maken we het Natuurnetwerk Zuid-Holland (NNN) af per 2027, door natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden. Vanaf 2023 komen we in de realisatiefase en wordt dat buiten ook zichtbaarder door de oplevering van ingerichte natuurgebieden.
- realiseren we in het Buijtenland van Rhoon een natuur- en recreatiegebied van circa 600 ha. Het vastgestelde streefbeeld met hoogwaardige akkernatuur is in 2028 gereed.
- brengen we in de natuurgebieden de ecosystemen op orde, onder andere via goed natuurbeheer en kwaliteitsimpulsen.
- richten we ons in de Natura 2000-gebieden ook op de specifieke Natura 2000-doelen, waarvoor we de leefgebieden vergroten en verbeteren.
- geven we aandacht aan een goede leefomgeving voor planten en dieren, om ook buiten de beschermde natuurgebieden ecosystemen op orde te brengen. Dit nemen we mee bij de uitwerking van het NPLG gebiedsplan, onderdeel ‘landschapsgrond’.
- volgen we de ontwikkeling van de natuur via monitoring en onderzoek, zodat we over volledige, consistente en goed toegankelijk informatie beschikken om te kunnen (bij) sturen en verantwoorden.
- gaan we de businesscase NNN actualiseren. Door de hoge inflatie zien we de kosten voor natuurrealisatie sterk stijgen. De actualisatie zal eventuele financiële consequenties van de inflatie inzichtelijk maken.
Realisatie NatuurNetwerk Nederland (NNN)
Het NNN moet in 2027 ingericht zijn, dat is met het Rijk afgesproken. Daarvoor moet nog circa 3.300 hectare natuurgebied en 110 kilometer ecologische verbinding ingericht worden. De afgelopen jaren was de inzet erop gericht deze hectares beschikbaar te krijgen. Het gaat daarbij om de laatste lastige ha's. Dit heeft grote impact, omdat ze cruciaal zijn om de natuurinrichting van het veel grotere totale projectgebied uit te kunnen voeren. De gronden komen deels via aankoop en deels via afspraken met de grondeigenaar beschikbaar. Door de succesvolle actieve grondstrategie is nu circa 2.000 ha onderhanden en worden voor deze ha's nu de concrete inrichtingsplannen gemaakt, vergunningen aangevraagd en aannemers ingehuurd. De daadwerkelijke uitvoering van de inrichtingsmaatregelen vindt gefaseerd plaats in 2023 t/m 2026. In 2023 wordt ca. 400 hectare natuur opgeleverd. Dat we in de realisatiefase komen wordt buiten dus zichtbaarder. Voor de laatste ha's zijn de gronden nu nog niet beschikbaar. Op basis van het door PS vastgestelde NNN handelingskader werken we voor deze laatste ha's en de ecologische verbindingen, samen met de partners, de realisatiestrategie per regio uit.
Prognoses verwerving | Totaal nog te verwerven | Prognose inrichting | Totale inrichting t/m 2027 | ||||||
2022 | 2023 | 2024-2027 | 2022 | 2023 | 2024-2027 | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
NNZH | Gebieden (ha) | 42 | 157 | 402 | 602 | 61 | 10 | 831 | 903 |
EVZ’s (m) | 0 | 700 | 79.466 | 80.166 | 12% | 2% | 86% | 100% | |
Krimpenerwaard | Gebieden (ha) | 51 | 108 | 17 | 177 | 98 | 1.555 | 1.653 | |
Gouwe Wiericke | Gebieden (ha) | 79 | 122 | 202 | 72 | 304 | 440 | 815 |
Natuurbeheer
In de natuurgebieden willen we een hoge natuurkwaliteit halen. Dat doen we via de sporen natuurbeheer en kwaliteitsimpulsen. De natuurkwaliteit staat onder druk door (onder andere) een overmatige neerslag van stikstof. Hierdoor dreigen leefgebieden versneld dicht te groeien en kwetsbare plantensoorten overwoekerd te raken. Om dit tegen te gaan is soms intensiever beheer nodig. Om de natuurbeheerder te faciliteren bij goed natuurbeheer is de subsidie voor natuurbeheer verhoogd van 75% naar 84%. De hogere beheervergoeding maakt het ook aantrekkelijker voor grondeigenaren om zelf natuur te realiseren op eigen grond. Via monitoring van de natuurkwaliteit, het ‘schouwen’ van recent ingerichte natuur en ‘het goede gesprek’ met natuurbeheerders houden we de ontwikkeling van de natuurwaarden in de gaten en kan er bijgestuurd worden. Via eenmalige kwaliteitsimpulsen wordt de uitgangssituatie in de natuurgebieden verbeterd, bijvoorbeeld door verbetering van het watersysteem. En als er naar aanleiding van de monitoring en gesprekken met de beheerders naar voren komt dat er behoefte is aan aanvullende kennis, dan doen we ons best dit te faciliteren.
Er komt een dashboard natuurkwaliteit, waarin de beschikbare kwaliteitsbeoordelingen zichtbaar worden. In 2023 is de publieksversie beschikbaar.
Natura 2000
Voor Natura 2000 is er landelijk veel in beweging, mede vanwege het NPLG. Zo worden aanwijzingsbesluiten en doelensystematiek geactualiseerd. De natuurdoelen worden meer SMART geformuleerd en ambitieuzer met betrekking tot de te realiseren kwaliteit, kwantiteit en realisatietempo. De in 2022 opgestelde natuurdoelanalyses geven duidelijkheid over de mogelijkheden voor instandhouding, uitbreiding en verbetering van natuurdoelen en bijbehorende maatregelen. Dit is belangrijke input voor de NPLG-processen. De ‘no regret’ maatregelen uit die analyses worden al zoveel mogelijk meteen uitgevoerd; dit draagt bij aan het halen van de Natura 2000-doelen. Hiervoor wordt in 2023 circa € 1,5 mln begroot. De uitkomsten van deze ontwikkelingen verwerken we in de Natura 2000-beheerplannen.
De provinciale middelen voor Natura 2000 worden voornamelijk ingezet voor de uitvoering van beheer- en herstelmaatregelen in en rond Natura 2000-gebieden en voor monitoring. Daarnaast worden middelen ingezet om natuurdoelanalyses uit te voeren, beheerplannen op te stellen en te evalueren en voor handhaving, datamanagement en communicatie.
Programma Natuur / Uitvoeringsprogramma Natuur
Programma Natuur is een gezamenlijk programma van Rijk en provincies. In dit programma worden maatregelen uitgevoerd voor natuurversterking, in samenspraak met andere overheden, natuurbeheerders en maatschappelijke partners. Als onderdeel van het overkoepelende Programma Natuur richt het Uitvoeringsprogramma Natuur (UPN) zich op natuurmaatregelen in en rond Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland (NNN), met de focus op stikstofgevoelige en met stikstof overbelaste natuurwaarden.
Voor de eerste fase van het UPN stelt het Rijk middels een specifieke uitkering (SPUK) € 28,4 mln beschikbaar aan provincie Zuid-Holland, voor de coördinatie, voorbereiding en uitvoering van maatregelen in de periode 2021-2023, met uitloop naar 2025.
De middelen uit het Uitvoeringsprogramma Natuur worden voor een groot deel ingezet voor extra maatregelen en extra kwaliteit in Natura 2000 en het NNN. In 2023 betreft het op hoofdlijnen de inrichting van nieuwe natuur, kwaliteitsslagen doorvoeren in de inrichting van bestaande natuur, planvorming uitvoeren en onderzoeken voor deze inrichtingen en intensiever beheer uitvoeren. Daarnaast worden middelen beschikbaar gesteld voor eigen apparaatskosten en kosten van de betrokken partners voor de coördinatie van het UPN en de voorbereiding van de volgende fase van het programma.
Buijtenland van Rhoon
De Gebiedscoöperatie Buijtenland van Rhoon werkt ook in 2023 in opdracht van de provincie Zuid-Holland aan de realisatie van akkernatuur, natuurinclusieve landbouw en recreatie, volgens het Streefbeeld Buijtenland van Rhoon. Er worden robuuste natuurvriendelijke oevers, bloemrijke akkerranden en heggen aangelegd, onder andere voor akkervogels en insecten. Ook is er ruimte voor boeren om te experimenten met andere gewassen zoals teunisbloem en haver. De Gebiedscoöperatie zorgt voor de inrichting en het beheer van het gebied (circa 600 ha). Wij zorgen voor de beschikbaarheid van de gronden. Daar waar eigenaren niet kiezen voor zelfrealisatie, koopt de provincie de gronden. Hiervoor wordt in 2023 de benodigde bestemmingsplanprocedure naar verwachting afgerond. Van de drie recreatieve entrees is er één gerealiseerd en wordt er in 2023 verder gewerkt aan de andere twee.
Natuurmonitoring
Natuurmonitoring is cruciaal om tijdig bij te kunnen sturen om de natuurdoelen te halen. We monitoren via langlopende meetnetten voor weidevogels, vegetatie en winter-watervogels. Voor Natura 2000 worden onderzoeken in de gebieden uitgevoerd voor de omvang en kwaliteit van de Natura 2000-habitats en soorten. Voor het NNN wordt het dashboard natuurkwaliteit volledig gemaakt en up-to-date gehouden door de informatie uit de natuurmonitoring. De recent ingerichte natuurgebieden worden ‘geschouwd’ om te bepalen of de natuur zich goed ontwikkelt. Digitalisering en databeheer wordt steeds belangrijker. Er wordt een datamanagementsysteem ontwikkeld om alle data op te slaan en toegankelijk te maken.
Beleidsprestatie 5-1-2 Bevorderen Biodiversiteit
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
We vergroten de biodiversiteit in de steden, het agrarisch gebied en recreatiegebieden met het soortenbeleid, het Actieplan Boerenlandvogels, Deltaplan Biodiversiteit en het Bos- en bomenbeleid. Natuurinclusief handelen wordt steeds meer het uitgangspunt in alle provinciale opgaven. We werken dan ook toe naar een provinciale Agenda natuurinclusief.
Agenda Natuurinclusief
Als onderdeel van het programma Natuur, is op 17 juni 2022 de landelijke Agenda Natuurinclusief gepresenteerd. Een initiatief van de gezamenlijke provincies/IPO, de terreinbeherende organisaties (Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en LandschapNL) en het Rijk (LNV). De Agenda zal onder leiding van een programmabureau in 2022/2023 worden uitgewerkt naar een werkagenda 2.0. Parallel heeft de provincie in 2022 een verkenning uitgevoerd naar een provinciale Agenda Natuurinclusief. Deze wordt ook in 2022/2023 geconcretiseerd.
Soortenbeleid
Nadere uitwerking van het beleid voor soortenbescherming, faunabeheer, exoten en dierenopvang is omgezet naar het format van de Omgevingswet. Besluitvorming hierover vindt naar verwachting eind 2022 plaats, dus na vaststelling van de Begroting 2023. Eventuele financiële consequenties zijn om die reden nog niet meegenomen in deze begroting. Met het nieuwe soortenbeleid bepaalt Zuid-Holland koers voor bescherming en versterking van natuur binnen én buiten de natuurgebieden, zowel door actieve soortenbescherming als via de vergunningverlening. De samenhang met faunabeheer en exoten komt hierin ook nadrukkelijk naar voren.
- Icoonsoorten : De 40 icoonsoorten zijn indicatorsoorten voor de biodiversiteit in Zuid-Holland: ze representeren de diverse typen natuur die we binnen de provincie kennen. De provincie zoekt samen met netwerkpartners actief naar mogelijkheden om het leefgebied van deze soorten te verbeteren, waarbij de icoonsoorten een indicatie zijn voor de vitaliteit van de natuur in totaal. Deze aanpak kan ook bijdragen aan een Basis Kwaliteit Natuur. Met de uitwerking van de strategie van icoonsoorten worden projecten in het landelijk gebied en pilotprojecten natuur in de stad (via de subsidieregeling) gerealiseerd.
- Bijenlandschap: Het verhogen van een biodivers landschap gebeurt ook door meer bijenlandschappen. De provincie wil in 2030 van heel Zuid-Holland een aaneengesloten bijenlandschap te maken. Dit aaneengesloten bloemrijke netwerk is goed voor de (bestuivende) insecten en daarmee voor andere kleine dieren en vogels die deze insecten eten. Een groot Zuid-Hollands bijenlandschap brengt op die manier de basis op orde voor gezonde natuur.
Boerenlandvogels
Voor de verdere uitvoering van het Actieplan Boerenlandvogels uit 2019 is meerjarige financiering gevonden voor de periode 2022-2027, vanuit de door GS vrijgemaakte middelen voor biodiversiteit. De provincie heeft de afspraken uit het Actieplan nader uitgewerkt in een uitvoeringsagenda die is opgesteld samen met de partners (terreinbeherende organisaties, agrarische collectieven verenigd in BoerenNatuurZH, particuliere grondbezitters, weidevogelvrijwilligers Faunabeheereenheid, Natuur- en Milieufederatie en de waterschappen). Concrete maatregelen zijn een jaarlijkse openstelling van de subsidieregeling verbetering leefgebied grutto en patrijs (Srg paragraaf 2.16), ontwikkelingsbeheer in recent ingericht weidevogelgebied, afkoop van reguliere pacht, extra inzet op monitoring en predatie tegengaan. Ook wordt geïnvesteerd in weidevogelvrijwilligers begeleiden en in de inrichting van weidevogelgebieden op provinciegrond, zoals in de Zuidpolder van Delfgauw en bij De Donkse Laagten. De inspanningen vanuit het Actieplan Boerenlandvogels sluiten nauw aan op het NPLG, de veenweidenstrategie, de landbouwtransitie en het ANLb.
Bos- en bomenbeleid
In 2022 is de ruimtelijke strategie voor bos- en bomen afgerond, een inspiratiedocument waarin wordt beschreven waar bos en bomen het Zuid-Hollandse landschap kunnen versterken. Voor de verdere uitvoeringskansen van is vervolgens een bosmakelaar aangesteld, een verbindende schakel die stakeholders bij elkaar brengt, ambities inzichtelijk maakt en markt- en overheidsfinanciering aan geschikte locaties verbindt.
De samenwerking met Plan Boom wordt voortgezet voor kleine bosaanplant van <1 ha. Ook is een samenwerking met Meerbomennu van Urgenda gestart, waarmee in 2022-2023 50.000 bomen worden geplant door heel Zuid-Holland. Daarnaast wordt de samenwerking met Staatsbosbeheer voortgezet om de vitaliteit van bestaande bossen in recreatiegebieden te verbeteren.
In 2023 werken we ook aan de voorbereiding en start uitvoering van de aangenomen motie ‘De spade de grond in’. Dit betreft aankoop van grond en een subsidieregeling opstellen die particulieren en gemeenten in staat stelt om bos of houtwallen aan te planten.
Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer
Per 2023 start er een nieuwe periode agrarisch natuur- en landschapsbeheer op basis van het Nationaal Strategisch Plan (de opvolger van het Plattelands Ontwikkelings Programma (POP3). In deze periode zal de inzet voor biodiversiteitsdoelen zoals die binnen POP3 bestond, worden gecontinueerd en komt er door extra Europese cofinanciering meer budget beschikbaar voor de uitvoering van het Aanvalsplan Grutto en voor klimaat en waterdoelen. Ook het Ministerie van LNV draagt extra bij voor de uitvoering van het Aanvalsplan Grutto.
LIFE IP All4Biodiversity
Het landelijke programma LIFE IP All4Biodiversity is in 2022 opnieuw geformuleerd om daarmee beter in te kunnen spelen op de landelijke ontwikkelingen zoals gebiedsgerichte aanpak stikstof en het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Deze herpositionering was noodzakelijk om de spin-off van het programma All4Biodiversity – waarvan de provincie Zuid-Holland leadpartner is – beter mogelijk te maken, aangezien All4Biodiversity een grote toegevoegde waarde heeft voor alle gebiedsgerichte projecten op het vlak van beheer , verdienmodellen en wet- en regelgeving.
Stichting Deltaplan Biodiversiteit
De samenwerking met de Stichting Deltaplan Biodiversiteit blijkt van grote toegevoegde waarde voor de verbetering van de biodiversiteit in de provincie Zuid-Holland. Niet alleen zien we deze toegevoegde waarde terug in het programma All4Biodiversity en het NLPG. Ook benutten we dit netwerk voor de uitwerking van een blauwgroen netwerk in samenhang met het landelijke Aanvalsplan Landschapselementen .
Beleidsprestatie 5-1-3 Faunabeheer
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
We voeren de Wet Natuurbescherming uit (via de omgevingsdiensten) door:
- Het soortenbeleid wat in 2022 is geactualiseerd te gaan implementeren. Overlast door in het wild levende dieren wordt op de meest diervriendelijke manier bestreden.
- Vergunningverlening, toezicht en handhaving voor gebieds- en soortenbescherming en houtopstanden.
- In het provinciale streven naar evenwicht in de dieren- en plantenpopulaties de belangen van natuur en samenleving af te wegen. Waar nodig nemen we maatregelen, als bepaalde soorten het moeilijk hebben of als dieren schade veroorzaken.
- Verantwoordelijkheid te dragen voor bestrijding van het merendeel van de door de minister aangewezen invasieve soorten (exoten).
Beleidsdoel 5-2 Toekomstbestendige landbouw
Beleidsprestatie 5-2-1 Vitale landbouw
Het landbouwdossier is in beweging. De urgentie en maatschappelijke druk nemen toe terwijl de nodige kaders en beschikbare middelen vanuit het Rijk nog niet helder zijn. Dat maakt de plannen van de provincie dynamisch en moeilijk voorspelbaar. We verwachten een toename aan benodigde mensen en middelen op dit dossier om aan alle vragen vanuit de omgeving te voldoen, passend bij de rol van de provincie. Er is een sterke relatie met de doelen van het NPLG, ook de niet-stikstof gerelateerde doelen biodiversiteit, waterkwaliteit en klimaat. De gevolgen van klimaatverandering zijn nu al voelbaar voor de landbouw. Wij gaan samen met de agrariërs aan de slag om goede keuzes te maken voor een toekomstbestendige sector. De keuzes kunnen per regio verschillen en raken aan de uitwerking van de gebiedsplannen die opgesteld worden vanuit het NPLG. De benodigde acties voor een toekomstbestendige landbouw kunnen in de Duin-en Bollenstreek anders zijn dan in de Zuid-Westelijke Delta of het Veenweidegebied. In het ene gebied speelt verzilting van landbouwgrond meer dan in het andere, waar misschien uitputting van de bodem aan de orde is. Maar in alle gebieden werken we samen met onze partners aan beperking van stikstofuitstoot, tegengaan van het verlies van biodiversiteit en verbetering van de waterkwaliteit.
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Opgedane kennis op de thema’s kringlooplandbouw, bodemkwaliteit, verdienmodellen en natuurinclusiviteit via proeftuinen, Veenweide Innovatiecentrum, Groene Cirkels en werkplaatsen evalueren en zo nodig vertalen naar omgevingsbeleid.
- In gebiedscoalities waaronder de voedselfamilies verder werken aan de transitie van de landbouw en zorgen voor opschaling van successen.
- De actielijn landbouw-stikstof uitvoeren als onderdeel van de uitvoeringsagenda stikstof ZH.
- De regionale strategieën waaronder de Veenweidestrategie uitvoeren en vertalen naar NPLG doelen.
- Aansluiten op de opgaven circulaire economie, stikstof, bodemdaling, klimaat, voedsel, biodiversiteit, waterkwaliteit en energie.
- Versterken samenwerking greenports.
- Bottom-up initiatieven en kavelruil die bijdragen aan de doelstellingen voor vitale landbouw met kennis en subsidie ondersteunen.
- Deelnemen in programma’s Rijk / Europa, waaronder vorming van nieuw gemeenschappelijk landbouwbeleid en deelname in regiodeal bodemdaling Groene Hart, Interbestuurlijk Programma en Klimaatakkoord landbouw & landgebruik.
- Vraaggericht ondersteunen van Zuid-Hollandse agrariërs door bijvoorbeeld coaching, bedrijfskundig advies en loketfunctie voor samenwerking met de overheid.
Voedselfamilies
In de voedselfamilies wordt gewerkt aan de transitie van de landbouw. Hierbij wordt ingezet voor verduurzaming van de hele keten.
IBP Zuidwestelijke Delta
Het in 2020 gestarte Interbestuurlijk programma Vitaal platteland Zuidwestelijke Delta is goed op gang gekomen en wordt in 2023 voortgezet. Het Ministerie van LNV heeft een specifieke uitkering beschikbaar gesteld om het gebiedsplan uit te voeren. In drie broedplaatsen worden projecten ontwikkeld en uitgevoerd: volhoudbare landbouw, zoet water, genieten en beleven. Hierbij werken we samen met provincie Zeeland, provincie Noord-Brabant, waterschappen, gemeenten en maatschappelijke stakeholders in de Zuid-Westelijke delta.
POP3
In 2023 zullen er geen nieuwe POP3-subsidies verleend worden. Het POP3-programma wordt in 2023 en 2024 uitgefaseerd. Projecten die vanaf 2015 zijn gesubsidieerd, worden uitgevoerd of afgerond. In 2023 treedt het Nationaal Strategisch Plan (NSP) in werking. In de tweede helft van 2023 zullen de eerste subsidieregelingen onder het NSP opengesteld worden.
Beleidsprestatie 5-2-2 Aanpak Bodemdaling (landelijk gebied)
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
IBP Veenweiden
Samen met overheden en maatschappelijke partijen in de veenweidegebieden ontwikkelen van veenweidestrategieën volgens de afspraken uit het Klimaatakkoord, onderdeel landbouw & landgebruik. De provincie heeft daarin een regiefunctie en een stimulerende en faciliterende rol. Dit wordt nu via een integrale en gebiedsgerichte aanpak voorgezet in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
Klimaat en Bodemdaling
Wij zijn penvoerder van, en actief in de Interbestuurlijk Programma’s Vitaal Platteland Hollands-Utrechtse Veenweide en Zuidwestelijke Delta waarbij het gaat om (transitie naar) een volhoudbare agrarische toekomst.
Verder ondersteunen wij nieuwe verdienmodellen en innovatieve oplossingen die kunnen bijdragen aan een andere vorm van landgebruik. Daarnaast faciliteren we kennisontwikkeling en kennisdeling gericht op bodemdaling en bijbehorende handelingsperspectieven door onder andere:
- het Nationaal onderzoek Broeikasgassen uit veen;
- projecten uit de Regiodeal bodemdaling Groene Hart;
- het Veenweiden Innovatie Centrum;
- structurele kennisborging en -deling via het Nationaal Kennisprogramma Bodemdaling.
Groene Cirkels
Binnen de verschillende Groene Cirkels worden netwerken gebouwd om samen met partners te werken aan verduurzaming. Groene Cirkels raakt aan verschillende provinciale opgaven waaronder toekomstbestendige landbouw en bodemdaling, maar ook breder (gezondheid, duurzame mobiliteit, biodiversiteit, klimaatadaptatie). In 2023 werken we op het gebied van toekomstbestendige landbouw aan:
- ontwikkeling van (praktijk)kennis en nieuwe verdienmodellen voor de landbouw op de thema’s bodemdaling, reductie van (agrarische) emissies en circulaire landbouwprocessen (Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling);
- een gezonde en adaptieve bodem en een natuurlijk systeem (Groene Cirkel Farm Frites).
- de vraag naar duurzame agrarische producten (Groene Cirkel Tuin van Holland)
De overige dragen op een meer indirecte wijze bij aan toekomstbestendige landbouw, bijvoorbeeld door kringlopen te sluiten waarbij de landbouw één van de partners is (Groene Cirkel Heineken) en biodiversiteit te versterken (Groene Cirkel Groene gezonde stad; Groene Cirkel Heineken en Plasticvrije corridor).
Beleidsdoel 5-3 Leven met water
Beleidsprestatie 5-3-1 Waterveiligheid
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- Kennis inbrengen over waterveiligheid en –kwaliteit in het NPLG om te borgen dat deze onderwerpen verankerd worden in de gebiedsplannen voor het NPLG.
- Projectplannen goedkeuren bij dijkversterkingen van de waterschappen (na invoering van de Omgevingswet wordt dit het projectbesluit. De projectbesluiten kunnen dan ook over andere waterstaatswerken gaan).
- Regionale waterkeringen aanwijzen en normeren. Hiervoor werken we samen met de provincies Utrecht en Noord-Holland en de inliggende waterschappen.
- We werken samen met andere partijen aan de ontwikkeling van nieuwe (overstromings)modellen;
- De provincie heeft de taak om normen vast te stellen voor de bergings- en afvoercapaciteit van het regionale watersysteem. Na de extreme wateroverlast en overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 heeft de minister een beleidstafel Wateroverlast en Hoogwater opgericht. Deze beleidstafel adviseert om deze normen te verbeteren en in gebiedsprocessen verder uit te werken.
- De deelname aan de pilot Regenradar Rijnmond is afgerond en als vervolg is een onderzoek gestart naar de opschalingsmogelijkheden in en om Zuid-Holland.
- De EU-Richtlijn overstromingsrisico’s (ROR) invullen door de overstromingsgevaar- en -risicokaarten actueel te houden. Verder nemen wij namens de provincies deel aan de ROR-werkgroep Kaarten, werken wij mee aan een landelijk project om bestaande overstromingsinformatie in de Landelijke Databank Overstromingsgegevens (LDO) te verbeteren en aan de implementatie van een Landelijke Voorziening Overstromingsinformatie.
- Meerlaagse veiligheid invullen. Een verkennend onderzoek is gestart, samen met onze partners wordt gewerkt aan de beleidsontwikkeling voor dit onderwerp.
- Regionale voorkeursstrategieën van het Deltaprogramma uitvoeren, samen met andere partners in de regio in het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke Delta en deltaprogramma Zoetwater;
- Voor het deel Hoek van Holland – Scheveningen, inclusief de Zandmotor een visie ontwikkelen waarin de opgaven integraal worden afgestemd met alle stakeholders in het gebied. De wettelijke kaders zijn randvoorwaarde (met name voor de natuur: Voordelta is Natura 2000-gebied) voor behoud en verbetering van de natuurfunctie van het gebied. Uitgangspunt uit de strategische agenda kust van de provincie is dat bij ontwikkelingen in het kustgebied de natuur en natuurlijke dynamiek op de eerste plaats staat. De provincie ziet kansen in het combineren van de natuurfunctie van het gebied met extensieve vormen van recreatie. Watersport is voor de provincie een belangrijke sector en behoud van een vaargeul voor de recreatievaart als onderdeel van het Basisrecreatietourvaartnet en voor de visserij is belangrijk.
- We participeren in het kennisprogramma Zeespiegelstijging, zodat we de regionale opgaven aan de kust aanpakken in samenhang met de nationale opgaven.
- Tijdens dreigende hoogwatersituaties informeren wij het college actief over de verantwoordelijkheden van de provincie en handelingsperspectief voor het college. Tijdens langdurige droogte leveren wij provinciale inbreng in het regionaal droogte-overleg.
Beleidsprestatie 5-3-2 Waterbeschikbaarheid en kwaliteit
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- In het NPLG zijn de doelen opgenomen om te voldoen aan de Europese normen in 2027, KRW maatregelen zijn hiermee gekoppeld aan (fondsen voor) realisatie van natuur- en duurzame landbouw.
KRW maatregelen zijn:
(1) bestaande maatregelen die zijn afgesproken in het provinciaal waterprogramma en de waterbeheerprogramma’s waterschappen en
(2) maatregelen die via het NPLG worden afgesproken, in het gebiedsprogramma en de drie gebiedsplannen. - Goede kwaliteit oppervlakte- en grondwater kwaliteit tot stand brengen en voldoen aan de Europese normen (Kaderrichtlijn Water) in 2027. De provincie werkt samen met andere overheden en stakeholders in het deelstroomgebied Rijn-West aan maatregelen om de KRW-doelen in 2027 te behalen;
- Bijdrage leveren aan onderzoek en innovatieve maatregelen om de waterkwaliteit en zwemwaterkwaliteit te verbeteren via de Subsidieregeling Groen, paragraaf Waterkwaliteit.
- Goede grondwaterkwantiteit en -kwaliteit tot stand brengen en monitoren.
- Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet veranderen de verantwoordelijkheden van de provincie als bevoegd gezag voor het bodem- en grondwaterwerkveld. Deze veranderingen hebben juridische en organisatorische consequenties (er verschuiven taken naar gemeenten en de provincie wordt verantwoordelijk voor o.a. grondwaterkwaliteit bij nieuwe saneringen. Zo wordt de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening hierop aangepast en worden de opdrachten aan de Omgevingsdiensten in nauw overleg herijkt.
- Vergunningverlening, Handhaving en Toezicht: met de Omgevingsdiensten worden afspraken gemaakt en belegd in de werkplannen 2023 over VT- taken in de grondwaterbeschermingsgebieden en aanvullende strategische voorraadgebieden voor drinkwater.
- Bronnen voor drinkwaterproductie en -infrastructuur ruimtelijk beschermen.
- De beschikbaarheid van voldoende drinkwater staat onder druk door klimaatverandering en toenemende bevolking (woningbouwopgave). In samenwerking met drinkwaterbedrijven Oasen en Dunea wordt een MER procedure doorlopen in de zoektocht naar nieuwe bronnen voor drinkwater om aan de drinkwatervraag te kunnen voldoen.
- Zwemwaterlocaties in oppervlaktewater aanwijzen, inrichten (voorlichtingsborden) en controleren op hygiëne en veiligheid; aansturen en financieren werkplan Omgevingsdienst Midden-Holland onderdeel zwemwater.
- Zorgen dat de landelijke website zwemwater.nl actueel blijft (publieksvoorlichting).
- De kwaliteit van zwemwater staat onder druk door klimaatverandering (vorming van blauwalg) en lokale verontreiniging door watervogels. Uitvoering geven aan verkenning bestaande en toekomstige zwemwater locaties conform Provinciaal waterprogramma.
- Duurzame zoetwatervoorziening: samenwerking in het Deltaprogramma Zoetwater om weerbaar te worden tegen droogte en deelname in onderzoeksprogramma Coastar om de ondergrond te benutten. De provincie heeft de intentie om deel te gaan nemen aan de praktijkpilot De Hooghe Beer (follow up Coastar).
- Het Rijk wijst de provincie aan als bevoegd gezag op grond van de nieuwe EU-verordening inzake minimumeisen voor hergebruik van water. In IPO-verband worden afspraken gemaakt hoe de hieruit voortvloeiende taken bij de omgevingsdiensten zullen worden belegd. De EU-verordening is van toepassing met ingang van 26 juni 2023.