Om de beleidsdoelen voor de ambitie te halen, hebben we deze vertaald in een aantal beleidsprestaties. Die staan hieronder beschreven.
Beleidsdoel 3-1 Schone en duurzame elektriciteitsvoorziening
Beleidsprestatie 3-1-1 Duurzaam en ruimtelijk passende elektriciteitsvoorziening
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Conform de collegeafspraken zijn de inspanningen erop gericht een actieve bijdrage te leveren om opwekking van elektriciteit mogelijk te maken, met een goede inpassing binnen de provinciale ruimtelijke kaders en de afspraken in de regio’s.
- Onze inzet om door zon op daken opgewekte energie te vergroten, is uitgewerkt in het Aanvalsplan Zon op Dak. Onderdeel hiervan zijn onder andere actieve communicatie, ondersteuning bij de subsidieprocessen, verhelpen van knelpunten en de subsidieregeling ‘Zonnig Zuid-Holland’. De regeling is voor grote daken die ter beschikking worden gesteld aan een energiecoöperatie, of waarvoor de business case niet rond te krijgen is omdat het dak niet zomaar geschikt is voor zonnepanelen. Ook grote daken die wegens asbest gesaneerd moeten worden, voordat zonnepanelen geplaatst kunnen worden, komen in aanmerking voor deze regeling. Begin 2022 is de regeling bovendien uitgebreid met zon op waterbassins en op parkeerterreinen, twee andere vormen van dubbel ruimtegebruik. Het Aanvalsplan Zon gaan we evalueren en van een update voorzien.
- Onze bestaande afspraken met het Rijk en gemeenten over wind op land voeren we uit en betrekken we bij de ontwikkelingen in de Regionale Energiestrategieën (RES).
- Onze bijdrage aan opwekking van duurzame elektriciteit wordt waar nodig aangevuld met windenergie en innovatieve oplossingen passend binnen de afgesproken ruimtelijke kaders. De mogelijkheden voor duurzame elektriciteit worden verankerd in het provinciale omgevingsbeleid.
- We werken samen met regio’s en gemeenten aan de realisatie van windlocaties die we in onze Omgevingsverordening ruimtelijk mogelijk hebben gemaakt. Daarnaast onderzoeken we samen met deze partijen de mogelijkheden voor windenergie op zoeklocaties uit de RES. Hiervoor zetten we geld en onze kennis in.
- Samen met andere overheden en marktpartijen werken we aan meer circulaire wind- en zonne-energie. Onze sturing op besparing van elektriciteitsgebruik vindt plaats in de aanpak van de onderdelen gebouwde omgeving, industrie, landbouw en mobiliteit.
- Onze inzet is gericht op een zorgvuldige locatiekeuze en uitwerking van initiatieven van wind en zon met aandacht voor landschappelijke inpassing, biodiversiteit en koppeling met andere opgaven.
- Wij vinden urgentie, ambitie, haalbaarheid, betaalbaarheid en draagvlak voor energietransitie van groot belang. Wij zetten in op een fors aandeel lokaal eigenaarschap en ondersteunen de participatieprocessen voor de RES’en.
- Wij werken vanuit het geactualiseerde omgevingsbeleid bij het realiseren van de doelen van het Klimaatakkoord.
- Rondom bovenstaande thema’s werken wij aan leren en ontwikkelen in deze opgave, gericht op blijvende vergroting van de professionaliteit. Hiervoor verbinden wij partijen, door bijvoorbeeld kennisdelers te organiseren.
Beleidsprestatie 3-1-2 Samenwerken en bevorderen draagvlak in de energietransitie
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Wij zetten ons in voor een inclusieve energietransitie en voor meerjarige goede samenwerking tussen lokale initiatieven, gemeenten en bedrijven op lokaal en regionaal niveau.
- Wij werken samen met gemeenten, netbeheerders en andere stakeholders om zeven Regionale Energiestrategieën (RES'en) uit te voeren. In de RES bepalen partners samen op welke locaties wind- en zonne-energie wordt opgewekt en worden de zoekgebieden voor wind en/of zon uit de RES 1.0 verder uitgewerkt, rekening houdend met de impact op het netwerk en de kaders uit het omgevingsbeleid. In de RES’en worden ook het aanbod van warmtebronnen en warmtebehoefte aan elkaar gekoppeld. In 2021 is RES 1.0 afgerond in het bestuurlijke besluitvormingsproces, waarna de keuzes verwerkt worden in de herziening van het provinciale omgevingsbeleid (visie, programma en verordening). We nemen met onze partners de voorbereiding van de RES 2.0 ter hand en richten ons op de uitvoeringsprogramma’s van de RES’en.
- Wij ondersteunen het RES-proces met kennisontwikkeling en actieve kennisdeling. Wij zetten ons in voor een langjarige samenwerking tussen de partners in het RES-proces en het participatieproces voor de RES’en.
- Wij ondersteunen gemeenten door actief kennis beschikbaar te stellen en kennisuitwisseling met elkaar en andere lokale stakeholders te organiseren. Wij ondersteunen gemeenten en lokale initiatieven bij het opstellen van lokale beleidskaders, zodat zij 50% lokaal eigendom kunnen realiseren.
- Wij stimuleren en bevorderen procesparticipatie en financiële participatie. Wij organiseren vanuit onze bovenregionale verantwoordelijkheid kennisontwikkeling en uitwisseling over participatie, om dit in een goede vorm in te kunnen zetten.
- Wij ondersteunen actieve burgers en bewonersinitiatieven in de energietransitie. Wij bevorderen mede-eigenaarschap bij besparing en opwekking van energie. Dat doen we via opdrachten, bijdragen aan regionale opschaling van coöperaties en via inzet van onze kennis bij relevante partijen en netwerken. Daarnaast faciliteren we het 'Netwerk Energie Samen Zuid-Holland'.
- Wij zetten ons actief in voor een inclusieve energietransitie, door samen met gemeenten, energiecoöperaties en andere belanghebbenden in 9 wijken ‘best practices’ te ontwikkelen, toe te passen en de kennis die hierbij ontstaat actief te delen. De schone energie is voor iedereen.
Beleidsdoel 3-2 Verduurzaming gebouwde omgeving
Beleidsprestatie 3-2-1 Faciliteren van gemeenten bij besparen en overschakelen op schone energie
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De inzet is erop gericht bij te dragen aan de besparingsopgave en verduurzaming van de gebouwde omgeving: woningen, utiliteitsbouw, bedrijfspanden en -terreinen en glastuinbouw. Haalbaar en betaalbaar maken van oplossingen vormen hierbij het uitgangspunt.
- We ondersteunen gemeenten bij het proces om collectieve oplossingen te vinden, zoals warmtesystemen. De ondersteuning is gericht op adviseren, verbinden en aanjagen, zodat plannen voor warmtenetten verder komen en gerealiseerd worden.
- We verkennen en ontwikkelen het beheer en provinciale rol bij de ontwikkeling en realisatie van bovenlokale warmtesystemen, rekening houdend met het uitgangspunt van publieke borging zoals dat ontwikkeld wordt in nationale regelgeving (Wet Collectieve Warmte).
- We ondersteunen initiatieven en collectieven met stappen in de ontwikkeling en realisatie van bovenlokale warmtesystemen.
- We adviseren gemeenten over uitvragen voor externe advisering op het gebied van energiebesparing en warmteoplossingen en over de ontvangen adviezen.
- We adviseren gemeenten bij business cases voor energiebesparing en warmteoplossingen, waaronder die van energiebedrijven en van lokale initiatieven
- We bevorderen beschikbaarheid en gebruik van financiële fondsen en adviseren over het aantrekken van externe financiering voor business cases/initiatieven. We ontwikkelen samen met gemeenten instrumenten voor proces- en financiële participatie, in het bijzonder voor doelgroepen zoals VvE’s, bedrijventerreinen, monumenten, recreatieve sector en erfgoed.
- We ontwikkelen en beheren een overzicht van de pijplijn van warmteprojecten in Zuid-Holland die wij in samenwerking met de projecteigenaren verbinden met kansrijke financieringsfondsen en -instrumenten. Voor passende uitwerking en uitvoering onderhouden we contact met de rijksoverheid en bieden we gerichte ondersteuning aan Zuid-Hollandse projecten op het terrein van financiering, aanbesteding, project- en organisatie ontwikkeling.
- We bouwen aan een heldere verhaallijn over de verduurzaming van de gebouwde omgeving, waarin besparing en ontwikkeling van duurzame bronnen een belangrijke rol vervullen.
- We organiseren ’communities of practice’ en bijeenkomsten voor actieve kennisdeling (warmtenetten, besparing, proeftuinen, wijkuitvoeringsplannen, bedrijfsterreinen, maatschappelijk vastgoed, financiering).
- We verkennen de mogelijkheden in (aanpassing van) wet- en regelgeving om nieuwbouw in de gebouwde omgeving maximaal bij te laten dragen aan de duurzame energievoorziening.
- We dragen bij aan beleidsvorming en instrumenten voor energiebesparing en energiedelen op bedrijfsterreinen en bevorderen bijpassende projecten. We betrekken hierbij de gemeenten en omgevingsdiensten en de kennis bij hen over wet- en regelgeving op het gebied van energiebesparing.
Beleidsprestatie 3-2-2 Bevorderen duurzame verwarmingsvoorziening
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
- De inspanningen zijn erop gericht duurzame warmteoplossingen en -systemen haalbaar te maken voor de gebouwde omgeving op regio- wijk- en buurtniveau, bij te dragen aan duurzame warmteoplossingen voor de glastuinbouw.We stimuleren het aanbod van warmtebronnen (geothermie, zonthermie, aquathermie en beschikbare restwarmte) door (potentie/systeem)studies, onderzoek, monitoring, data- en rekentools, ontwikkeling van instrumenten, ondersteuning van kennisontwikkeling bijdragen en lobby voor geschikte wet- en regelgeving en innovatieve projecten.
- Voor geothermie ondersteunen we het Rijswijk Centre for Sustainable Geo-energy , de Energy Cave en de Leerstoel Geothermie aan de TU Delft,
- We bevorderen de kansen met zonthermie aan de hand van de provinciale verkenning van 2021 .
- Voor aquathermie verkennen en verdiepen we de kennis en kansen in samenwerking met de waterschappen en gemeenten.
- Voor restwarmte brengen we het aanbod en verduurzamingspotentieel voor de kortere en lange termijn beter in beeld.
- We voeren samen met gemeenten het Duurzame WijkWarmte programma uit met Europese Elena-middelen voor planvorming van 10 warmteprojecten in 9 gemeenten.
- We wenden middelen uit het Kansen voor West (KvW) programma aan voor de realisatie van warmteprojecten.
- We ondersteunen door innovatieve oplossingen te ontwikkelen voor warmte-seizoensopslag.
- Via het provinciale omgevingsbeleid bevorderen we passende keuzes voor warmtebronnen aan de hand van het provinciale Afwegingskader Warmtekeuze.
- Aan de hand van het Afwegingskader zetten we in op passende energiebesparing die aansluit bij de kenmerken van de duurzame warmtebron uit oogpunt van de laagste (maatschappelijke) kosten.
- We ondersteunen (collectieve) lokale warmteprojecten door energiecoöperaties en woningcorporaties.
- We werken samen met de glastuinbouw aan de uitvoering van het Energieakkoord Greenport West-Holland om de klimaatdoelstellingen voor de sector te halen. We bevorderen de verbinding en onderlinge optimalisatie van de warmtevoorziening tussen de glastuinbouw en gebouwde omgeving onder meer door ontwikkeling van integrale warmtesystemen.
- We onderzoeken mogelijkheden van systeemoptimalisatie van warmtenetten.
- We verkennen een passende aanpak voor de koudevoorziening in samenhang met de inzet op klimaatadaptatie en warmtesystemen.
- We stellen subsidie beschikbaar aan Gasunie voor de aanleg van de warmteleiding WarmtelinQ Rijswijk-Leiden (WLQ R+) hiermee ondersteunen we de energietransitie in de Leidse regio en aanliggende gemeenten en dragen we bij aan de realisatie van een robuust en open warmtetransportnet in Zuid-Holland.
- Vanuit onze rol als bevoegd gezag stellen we een provinciaal inpassingsplan op, wordt een MER-procedure doorlopen en mogelijk de provinciale coördinatieregeling toegepast voor de WarmtelinQ (WLQ+) zodat de ruimtelijke inpassing en de aanleg van de warmteleiding mogelijk wordt gemaakt.
Beleidsdoel 3-3 Duurzaam energie- en grondstoffensysteem in de industrie
Beleidsprestatie 3-3-1 Verhogen energie efficiëntie en mede ontwikkelen energie infrastructuur
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
De inspanningen zijn erop gericht bij te dragen aan de ontwikkeling binnen de industrie om energie te besparen, CO 2 af te vangen en te hergebruiken en bij te dragen aan de realisatie van een toekomstbestendige energie-infrastructuur voor de industrie (en aanpalende sectoren). Daarnaast bevat deze beleidsprestatie activiteiten die bijdragen aan verlaging van energiegebruik door de industrie. Belangrijke randvoorwaarde hierbij is de beschikbaarheid van voldoende energie-infrastructuur (waar mogelijk op basis van ‘open access’) voor bijvoorbeeld warmte/stoom, (groene) waterstof, duurzaam opgewekte elektriciteit en CO 2 . Hierbij worden eigen middelen ingezet naast benutting van middelen uit Europese programma’s.
In 2023 draagt de provincie op de volgende wijze bij:
- Door inzet van het wettelijk VTH-instrumentarium (voor ambtshalve actualisatie van vergunningen en intensivering van het toezicht op energiebesparing bij niet-ETS bedrijven (Emission Trade System). Het Rijk wil de energiebesparingsplicht verbreden naar ETS-bedrijven. Het is in dit stadium nog niet bekend bij welke overheid de handhaving van deze taak komt te liggen.
- Door bedrijven (via de Omgevingsdiensten) proactief te informeren over mogelijkheden van energiebesparing en CO 2 -emissiereductie die verder gaan dan de bestaande regelgeving.
- Door samen met Deltalinqs te werken aan systeemgerichte energiebesparing bij de industrie, via energie- innovatiestudies. Naar verwachting worden er in de periode tot en met 2023 8 studies afgerond. Daar waar mogelijk en passend binnen het beleid ondersteunen we verder het Deltalinqs Climate Program waarin wordt samengewerkt op het gebied van de grondstoffentransitie en human capital.
- Door via de programmatische aanpak regionale energie infrastructuur het provinciale meerjarenprogramma infrastructuur energie en klimaat (MIEK) in te richten voor projecten van provinciaal belang. Dit als vervolg op het landelijk MIEK dat is opgebouwd uit de projecten van nationaal belang uit de Cluster Energie Strategie (CES). Daarnaast worden innovaties van slimme energiesystemen en opslag gestimuleerd via de regeling planvorming verduurzaming bedrijventerreinen (ambitie 4).
- Door via een subsidie bij te dragen aan de aanleg van het Stoomnetwerk Botlek. De subsidie is begin 2022 verleend en de uitvoering van het project loopt tot en met 2024. De verwachte CO 2 -emissiereductie van het project bedraagt 140 kton per jaar (en bij uitbreiding op termijn en volledige benutting 225 kton per jaar). Het gehele Stoomnetwerk Botlek levert een jaarlijkse NOx besparing op van 126.000 kg.
- Door via een subsidie bij te dragen aan een walstroomproject in Vlaardingen met een walstroomaansluitpunt voor de scheepvaart. Het project beoogt een bijdrage te leveren aan vermindering van de uitstoot van CO 2 en stikstof en kan mogelijk ook leiden tot een afname van geluid, fijnstof en zeer zorgwekkende stoffen (ZZS), wat een positief effect heeft op de leefbaarheid rondom de haven.
- Door via de subsidieregeling energie-infrastructuur op industrieterreinen bedrijven te helpen bij het overschakelen naar duurzame energie, zoals restwarmte en waterstof. Het gaat hierbij om kleinschalige, lokale infrastructuur (en dus niet om grootschalige regionale of landelijke projecten).
- Via het Just Transition Fund (JTF) komt er voor de regio Groot Rijnmond voor de periode 2002 tot en met 2029 een bedrag van ruim € 60 mln beschikbaar voor projecten die bijdragen aan de realisatie van nieuwe, duurzame industriële ketens, het decarboniseren van bestaande industriële ketens en het oplossen van hieraan gerelateerde knelpunten in de arbeidsmarkt. De provincie draagt met andere betrokkenen bij aan de uitvoeringskosten van het JTF gedurende de uitvoeringsperiode (tot en met 2029). Het gaat om een bedrag van € 1,1 mln. Dekking hiervoor is gevonden binnen Beleidsprestatie 3.3.1 (waar al een bedrag was geraamd om uit eigen middelen bij te dragen aan Europese programma’s). Het zwaartepunt van de JTF-openstellingen zal naar verwachting liggen in 2022 en 2023. In 2023 zal er naar verwachting een bedrag van ongeveer € 18 mln beschikt kunnen worden.
Beleidsprestatie 3-3-2 Vernieuwen en innoveren van het energie- en grondstoffen (eco-)systeem
Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Onze inspanningen zijn gericht op de ontwikkeling van duurzaam opgewekte elektriciteit en CO 2 -vrije energiebronnen en -dragers, zoals het gebruik van groene waterstof en stoom. Wij dragen bij aan besparing en vermindering van het gebruik van fossiele grondstoffen door de ontwikkeling naar een circulaire industrie te stimuleren. Deze beleidsprestatie richt zich op activiteiten die bijdragen aan de groei van het gebruik van duurzaam opgewekte energie en circulair gebruik van grondstoffen door de industrie. Hierbij hebben we aandacht voor technische, systematische en institutionele innovaties en bijeenbrengen van het ecosysteem, met betrokkenheid van niet alleen de industrie, maar bijvoorbeeld ook van het mkb (midden- en kleinbedrijf), startups, kennisinstellingen en mede-overheden. Hierbij worden eigen middelen ingezet, naast benutting van middelen uit Europese programma’s.
In 2023 draagt de provincie op de volgende wijze bij:
- Door via het Kansen voor West 3 programma bij te dragen aan initiatieven die reststromen (uit bijvoorbeeld afval, biomassa) verwerken tot nuttige grond- en brandstoffen. In 2022 is hiervoor een openstelling geweest (samen met de gemeente Rotterdam). De beschikte projecten worden in de periode 2023-2024 uitgevoerd.
- Door bij te dragen aan en te participeren in het netwerk Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE). Dit platform heeft tot doel om de transitie van chemie te versnellen. Ook andere provincies met een relatief groot industrieel cluster nemen deel.
- Door deel te nemen aan de taskforce circulair van de Economic Board Zuid-Holland. Deze taskforce ontwikkelt een regionale circulaire agenda met focus op de grondstoffentransitie op industriële schaal. Er is aandacht voor zowel technologische innovatie als voor randvoorwaarden zoals ruimte en regelgeving.
- Door deelname aan ECRN (European Chemical Regions Network) dragen we bij aan de ontwikkeling van Europees beleid om de transitie naar een circulaire industrie te versnellen.
- Door inzet op gebied van groene waterstof, waarbij ook oog is voor kansen voor de maak-industrie. De provincie draagt bij aan onderzoeken, studies en events en helpt daarnaast regionale initiatieven te realiseren voor infrastructuur, gebruik en productie van waterstof. De provincie stimuleert innovaties door bij te dragen aan de oprichting van een ‘waterstof competence center’. Daarnaast worden innovaties gestimuleerd door bij te dragen aan het H2GO programma op Goeree- Overflakkee.
- Door via het regionale innovatieprogramma energie en klimaat (E&K) ondernemers te ondersteunen bij het testen en demonstreren van nieuwe technologieën bij één van de regionale field labs. Er wordt hierbij ingezet op de volgende thema’s: industriële elektrificatie, circulaire grondstoffen in de industrie, verduurzaming van de gebouwde omgeving en grootschalige opwekking en opslag van energie. Het E&K programma wordt in 2023 verder voortgezet.
- Door ondersteuning te bieden bij de doorontwikkeling van bestaande field labs (op het gebied van bijvoorbeeld organisatie en locatie / benodigde infrastructuur). In 2023 draagt de provincie bij aan de doorontwikkeling van het Field Lab Industriële Elektrificatie en aan Campus@sea.
Door via onderzoek en inzet via het netwerk bij te dragen aan nieuwe ontwikkelingen op het gebied van ecosystemen, technische, institutionele, financiële én sociale innovatie en de cross-over tussen energie, circulariteit en digitalisering.