Wat gaan we doen om het beleidsdoel te realiseren?

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?

• Goederen moeten zo efficiënt en schoon mogelijk worden vervoerd.  
• Het goederenvervoer moet bijdragen aan en een oplossing bieden voor economische ontwikkeling, leefbaarheid en bereikbaarheidseconomie en maatschappelijke opgaven, zoals de verstedelijkingsopgave.  
• Daarbij vindt de provincie Zuid-Holland de keuze en afstemming tussen de verschillende vervoersvormen via weg, water, spoor en buisleidingen van groot belang. Zuid-Holland wil toekomstbestendige, concurrerende en emissievrije internationale goederencorridors hebben. 
• De provincie wil vervoersvormen en goederenstromen duurzaam en in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen organiseren en uitwerken, van stedelijke en regionale distributie tot (inter)nationale corridors. 
• De benodigde ruimte voor goederenvervoer en logistiek verbinden we aan de omgevingsagenda. In deze speelt de benodigde ruimte aan de rand van de steden voor stedelijke en regionale distributie en de zogenaamde ‘verdozing’.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?

• We willen infrastructuur versterken en veilig houden in ‘corridors’. We dragen bij aan de verkenning A15 Papendrecht-Gorinchem binnen MIRT Goederenvervoercorridors. In 2023 worden de effecten van  alternatieven op het knooppunt Gorinchem en  mogelijke verzachtende maatregelen onderzocht.  We verwachten dat het besluit hierover medio 2024 wordt genomen .
• Met de partners van het MIRT GVC worden Truckparkings verder opgeleverd om het tekort weg te werken. Hoe groot de behoefte is, wordt momenteel onderzocht.
• We dragen bij aan het Rijksproject Deltacorridor voor de aanleg van een buisleidingenbundel van Rotterdam naar Chemelot en Noordrijn-Westfalen (duurzaam grondstoffentransport).
• Samen met de Rotterdamse haven onderzoeken we de ontwikkeling van het (vers)knooppunt Rotterdam (relatie met Greenports). In samenwerking met het bedrijfsleven worden in dat licht een aantal treindiensten voor vers ontwikkeld. In 2023 zal de eerste verstrein naar Scandinavië en Berlijn gaan rijden. Ook wordt gewerkt aan de komst van Cargobeamer en Lorryrail naar Rotterdam. Dit zijn terminals waar trailers met vers producten op de trein worden gezet. In 2023 worden de eerste investeringen verwacht.
• We werken met partners aan de ontwikkeling van hoogwaardige (multimodale) goederenvervoernetwerken op verschillende schaalniveaus en voor verschillende ladingstromen.  Hiervoor wordt samengewerkt met NewWays, waar in een groot aantal corridors verladers en vervoerders lading bundelen In 2023 wordt dit voortgezet.  
• Om de hoge aanloopkosten van multimodale verbindingen te dekken zal er in 2023 gebruik worden gemaakt van de Modal shift regeling en de SPUK havenvoorzieningen (kades) van het Rijk. De provincie werkt hiervoor een lijst met kansrijke projecten uit.
• Voor de stedelijke en regionale distributie (Citybarge ) maken we samen met gemeenten in 2023 drie stedelijke hubs (overslagpunten), waaronder een in Leiden. In eerste instantie gericht op bouwmaterialen en puin, later ook voor andere ladingstromen. Hierbij bekijken we ook de (op)laadinfra en autonoom varen en rijden (zie ook de Beleidsprestatie Slimme Mobiliteit).
• We blijven deelnemen aan meerdere corridoractiviteiten op nationaal en internationaal niveau, als deelnemer en sinds halverwege 2021 ook als voorzitter van de EGTC ( European Grouping of Territorial Cooperation). We werken mee aan het nieuw gestarte MIRT-programma Goederenvervoercorridors Zuid als opvolger van MIRT-studie Corridor Rotterdam-Antwerpen.
• Samen met het Rijk, de zeehavens van Amsterdam, Rotterdam, Moerdijk en North Sea Ports en de provincies Zeeland en Noord-Brabant werken we eraan het goederenvervoer te optimaliseren.
• We zetten in op de transitie naar zero-emissie goederenvervoer over weg en water (Zie ook Beleidsprestatie Duurzame mobiliteit). Hierbij kijken we ook naar mogelijkheden om de uitstoot van stikstofoxiden bij kwetsbare gebieden te reduceren.

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
Voor mobiliteit stelt de provincie de behoefte van de gebruiker centraal. Om dit te bereiken:

• stelt de provincie kaders op en zorgt zij voor vertegenwoordiging in diverse overleggen en projecten om het mobiliteitsnetwerk compleet te maken, de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Zuid-Holland te verbeteren en de keuzemogelijkheden tussen vervoersalternatieven en de combinatie van vervoersmiddelen te vergroten.
• realiseert de provincie een goed aanbod van openbaar vervoer in Zuid-Holland. Dit doen we door beter aan te sluiten bij de behoeften van reizigers, met een dienstverlening en infrastructuur die op orde zijn. Zo willen we het stedelijk en landelijk gebied leefbaar en vitaal houden en het economisch vestigingsklimaat verder verbeteren.
• zijn we verantwoordelijk voor diverse vormen van openbaar vervoer: het stads- en streekvervoer per bus, de contracten voor openbaar vervoer over het water (Waterbus), en twee regionale treindiensten, namelijk Dordrecht-Geldermalsen (Merwede-Lingelijn) en Gouda - Alphen aan den Rijn. We zijn niet verantwoordelijk voor het openbaar vervoer in de Metropoolregio Rotterdam - Den Haag.
• zoeken wij met onze partners naar mogelijkheden om het gebruik van de verschillende vervoerswijzen in de gehele mobiliteitsketen goed te verdelen met openbaar vervoer, fiets en ketenmobiliteit.
• verbeteren wij het aanbod aan hoogwaardig openbaar vervoer (HOV) waaronder R-net, het vervoer over water (Waterbus) en het spoor.
• nemen we maatregelen die het fietsen veilig en aantrekkelijk maken en die bij voorkeur ook bijdragen aan andere beleidsdoelen zoals verstedelijking, gezondheid en leefbaarheid. Daarbij geven we prioriteit aan maatregelen die in aanmerking komen voor Europese subsidies en subsidiebijdragen van het Rijk uit het Nationaal Toekomstbeeld Fiets. Om deze maatregelen te ontwikkelen werken we aan kennisontwikkeling, ontwerp en procesbegeleiding en dragen we financieel bij aan de uitvoering.
• hebben we meerdere provinciale infrastructuurprojecten in voorbereiding en uitvoering om de bereikbaarheid per weg, openbaar vervoer en fiets te verbeteren. Daarnaast dragen we inhoudelijk en financieel bij aan projecten van andere overheden.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?

• We stimuleren fietsgebruik met projecten uit het uitvoeringsprogramma ‘Samen verder fietsen’. In 2023 werken we of dragen we bij aan diverse projecten samen met gemeenten, ProRail en het Rijk. We verlenen subsidie voor uitbreiding van fietsparkeerplekken bij stations en om delen van snelfietsroutes te maken. In bijlage 5 van het PZI is een overzicht opgenomen van de meerjarige programmering van investeringskredieten voor fietsprojecten. De daadwerkelijke start en uitvoering is afhankelijk van externe partijen. We werken ook aan meer data over fietsgebruik die we via ons dataportaal beschikbaar stellen. Afhankelijk van besluitvorming door de rijksoverheid vullen we in 2023 met partners het Zuid-Hollandse deel van het Nationaal Toekomstbeeld Fiets verder in.
• De structurele gevolgen van corona voor gebruik van het openbaar vervoer zijn nog onduidelijk. We spelen in 2023, samen met de vervoerders, in op veranderingen in de vervoersvraag. Randvoorwaarden voor het aanbod hierbij zijn de hoogte van en de voorwaarden voor steun van het Rijk. Op basis van het Transitieplan OV nemen we maatregelen om het openbaar vervoer (ov) zo aantrekkelijk mogelijk te houden voor de reiziger, hoewel er naar verwachting minder reizigers zullen zijn. Met onderwijsorganisaties zijn we blijvend in overleg over spreiding in reizen van leerlingen.
• In 2023 werken we aan een programma doorstroming openbaar vervoer. Hierbij brengen we in beeld waar bussen vertraging hebben en treffen we maatregelen om de belangrijkste knelpunten op te lossen. Dit programma ontwikkelen we in samenhang met een toekomstbestendig ov-lijnennet.
• In 2023 start de noodconcessie van de concessie Zuid-Holland Noord . De concessie Zuid-Holland Noord moet worden aanbesteed en wordt in 2023 gegund aan een nieuwe vervoerder. Deze kan eind 2024 beginnen met rijden.
• Ook starten we in 2023 de procedure voor de aanbesteding van de concessie Hoeksche Waard/ Goeree-Overflakkee , die in 2025 afloopt.
• In 2023 vervangen we het dynamisch reizigersinformatiesysteem op de haltes. We investeren in verbetering van sociale veiligheid in het ov en toegankelijkheid van ov-haltes voor reizigers met een beperking. Ook breiden we waar mogelijk ketenmobiliteitsvoorzieningen uit, zoals deelfietsen, fietskluizen, Kiss + Ride en Park + Ride.
• In 2023 zijn meerdere mogelijke toekomstige provinciale projecten in voorbereiding, zoals:
  • RijnlandRoute (Europaweg)
  • kruising N214/N216
  • N211 Wippolderlaan
  • vervanging Concordiabrug
  • Mobiliteitsmaatregelen Duin- en Bollenstreek
  • Beter Bereikbaar Gouwe
  • N217 aanpassing in het kader van Renovatie Heinenoordtunnel
  • Verbreding Delftse Schie incl. verplaatsing loswal/ligplaatsen (ontwikkeling Schieoevers in Delft)
  • N219 Geluidsmaatregelen Nieuwerkerk a/d IJssel en Zevenhuizen

• In uitvoering zijn in 2023 onder meer:
  • RijnlandRoute (Tjalmaweg en N434/A44/A4 )
  • N59 Energy Highway
  • fase 3 van de duurzaam veilige herinrichting van de N223
  • diverse HOV-projecten zoals Leiden – Katwijk – Noordwijk en fase 2 van HOV-maatregelen binnen de concessie Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem
  • R-net Rotterdam – Oud-Beijerland
• We dragen inhoudelijk bij aan Rijksinfrastructuurprojecten, zoals de A24 Blankenburgverbinding , A16 Rotterdam , A4 Haaglanden – N14 , A4 Burgerveen – N14 , A27 Houten – Hooipolder, A15 Suurhoffbrug , A29 Heinenoordtunnel (en Haringvlietbrug ) en A16 Van Brienenoordbrug , waarbij we kijken naar de effecten op het provinciale wegennet, milieu, omgeving enzovoorts.
• We werken met zeven andere organisaties samen in het samenwerkingsverband Zuid-Holland Bereikbaar . Door goede planningen, verkeersmanagement, mobiliteitsmanagement en communicatie wordt de hinder bij renovatie, inclusief planmatig onderhoud, en nieuwbouw van infrastructuur zoveel mogelijk teruggebracht tot een aanvaardbaar niveau. Daarbij werken we gebiedsgericht, werken we samen met andere landelijke regio’s en zoeken we contact met andere betrokken instanties en bedrijfsleven. Ook grijpen we  dit aan als een kans om duurzame mobiliteitstransitie in te voeren.
• Als provincie zijn we ook in 2023 medeopdrachtgever en participant in het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) Rotterdam - Den Haag in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT). Met het Rijk, de MRDH, gemeenten en ov-partners werken we samen en dragen we bij aan verschillende verkenningen, gebiedsuitwerkingen en projecten, waarin bereikbaarheid en verstedelijking in samenhang worden ontwikkeld.
• Naar verwachting starten we in 2023, samen met het Rijk, met de MIRT-verkenning Oude Lijn en de verschillende hieraan verbonden regionale HOV-verbindingen en knopen, zoals HOV Leiden-Zoetermeer.
• De realisatie van de Viersporigheid Delft-Schiedam en de aanpak van het samenloopdeel Randstadrail vormen de eerste stappen in de schaalsprong van het Metropolitaan OV en Verstedelijking.
• Daarnaast werken we met de betrokken partijen samen aan maatregelen voor bereikbaarheidsverbeteringen op de Algeracorridor, de A16 bij de Van Brienenoordbrug, een nieuwe oeververbinding tussen Feijenoord en Kralingen en een nieuw station Stadionpark in de MIRT-verkenning Oeververbindingen regio Rotterdam .
• In 2023  werken we in een MIRT-verkenning CID Binckhorst in Den Haag samen aan duurzame mobiliteitsoplossingen. Verder werken we binnen het gebiedsprogramma MoVe aan bereikbaarheidsmaatregelen voor Voorne Putten / Haven Rotterdam en het Westland , logistieke ‘hubs’ en uitvoering van een adaptieve ontwikkelstrategie voor het wegen- en fietsnetwerk.
• In 2023 dragen we als provincie inhoudelijk bij aan het landelijke Toekomstbeeld OV 2040 met de landelijke corridorstudie Goederenroutering Noordoost Europa en de voortgang van de landelijke Actieagenda Ketens en Knopen.
• Tot slot dragen we met kennis en expertise bij aan de verschillende verstedelijkingsopgaven voor bereikbaarheid. Versnelling van de verstedelijkingsopgave of een toenemende omvang en complexiteit van deze opgave zetten druk op de beschikbare arbeidscapaciteit en maken prioritering en/of inzet van extra specialistische capaciteit noodzakelijk.

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen?
De provincie wil de capaciteit van het regionale mobiliteitssysteem beter benutten en slimmer gebruiken. Hiervoor kijken we onder andere naar de mogelijkheden van nieuwe, digitale en innovatieve (data)-oplossingen Verder waarderen we onze verkeersregelinstallaties zoveel mogelijk op naar intelligente installaties, om zo de doorstroming verder te verbeteren. We blijven investeren in een robuust en veilig digitaal datanetwerk, waarbij we cybersecurity en de privacy van onze systemen hoog in het vaandel hebben staan. Daarnaast denken we na over het delen van onze data (open data) en het ethisch gebruik hiervan (data en ethiek).

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Samenwerking, Krachtenbundeling en Human Capital Agenda:

• We werken in 2023 binnen de krachtenbundeling actief samen met regionale partners en het rijk om enerzijds de verschillende Smart Mobility onderwerpen goed in de regio onder de aandacht te brengen en anderzijds te helpen bij relevante onderwerpen zoals standaardisatie en organisatie. We werken aan een structurele financiering van Smart Mobility onderwerpen in gezamenlijkheid van medeoverheden en het Rijk. Ook gaan we met het regionaal datateam verder om  de publieke mobiliteitsdata top-15 op orde te krijgen.
• We werken samen met de MRDH aan een Human Capital Agenda waarin we gezamenlijk voor genoeg digitale slagkracht zorgen bij de verschillende overheden door middel van werving, opleiden en aantrekken van talent.
• Een nieuw Smart Mobility programma wordt opgesteld op basis van kennis en ervaring met Zuid-Holland Bereikbaar. Door te kijken naar de verschillende uitdagingen op gebied van bereikbaarheid en anders reizen bepalen we koers en keuzemogelijkheden.
• We nemen deel aan regionale en (inter)nationale overleggen zoals het Landelijk Verkeers Management Beraad, vakberaad Beheer en Bouw, CROW en het NDW om kennis uit te wisselen  op diverse onderwerpen van Smart Mobility en verkeersmanagement.

Slimme mobiliteit op het water:

• We blijven nauw betrokken bij de nieuwste ontwikkelingen rond digitalisering, autonoom varen en Smart Shipping door de voortzetting van het samenwerkingspartnerschap binnen het platform Smash (Nederlands forum voor smart shipping), als financier van het Researchlab Autonomous Shipping (TU Delft) en als consortium partij binnen het project Path2Zero (TU Delft).
• We blijven inzetten op slim gebruik van data op en over onze vaarwegen om de doorstroming te verbeteren, de hinder van brugopeningen op scheepvaart en weg zo veel mogelijk te voorkomen en de bedienaren te ondersteunen in een efficiënte uitvoering van hun taak;
• We organiseren een digitaal experiment vaarwegdata om met slimmer gebruik van  data brugopeningen beter te voorspellen en we kijken naar efficiënt gebruik van data bij het bedienproces.
• We ontwikkelen een aantal applicaties om het brugbedienproces te ondersteunen, zoals de brugmonitor en het vaartuigvolgsysteem. Hiervoor verzamelen we data die ook worden ontsloten voor service providers.

Slimme mobiliteit op de weg:

• In 2023 besteden we samen met regionale partners Rotterdam en Den Haag een nieuw netwerk managementsysteem aan waarmee we de verschillende mobiliteitsassets (verkeerslichten, dynamische route informatiepanelen, verkeersdata) nog beter kunnen organiseren. Ook gaan we meer  de intelligente verkeersregelinstallaties (iVRI’s) toepassen en prioriteitsverlening inregelen voor verschillende doelgroepen, zoals fietsers.
• We gaan de ontwikkelde applicatie waarmee efficiënter aan de weg kan worden gewerkt testen in de praktijk en werken actief mee aan verschillende applicaties om de bereikbaarheid in de regio verder te verbeteren (o.a. in samenwerking met Zuid-Holland Bereikbaar)
• Ook kijken we naar slim gebruik van voertuigdata zoals bij incidentmanagement en participeren we in het roadmonitorproject om ons onderhoud- en incidentmanagementproces efficiënter te organiseren.
• De pilot met autonoom rijdende busjes bij ESA-ESTEC loopt nog door in 2023.

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?

• Zorgen voor een vlotte en veilige afwikkeling van verkeer in Zuid-Holland.
• Zorgen voor beheer en onderhoud van onze provinciale wegen, vaarwegen, (beweegbare) kunstwerken (wettelijke plicht).
• Onderhoudsprojecten voorbereiden en uitvoeren. Met name bij het wegonderhoud treffen we voor zover haalbaar en betaalbaar flankerende maatregelen om hinder zoveel mogelijk te beperken.
• Verder invulling geven aan de forse onderhoudsopgave voor beweegbare kunstwerken. Omdat ook andere wegbeheerders een grote opgave rond beweegbare kunstwerken hebben, zoeken wij met hen hierin samenwerking.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
Assetmanagement (beheer infrastructuur):

• In 2023 wordt op basis van het coalitieakkoord voor volgende jaren aan Provinciale Staten gevraagd de Nota onderhoud kapitaalgoederen 2024-2027 vast te stellen;
• De Dienst Beheer Infrastructuur is gecertificeerd tegen de norm NEN-ISO 55001, assetmanagement. Hiermee tonen wij aan dat we onze assets (kapitaalgoederen, bedrijfsmiddelen) goed beheren en dat we een goed assetmanagementsysteem gebruiken. De looptijd van het certificaat eindigt in 2023. In 2023 zal een aanvraag worden ingediend voor een nieuw certificaat voor de periode 2024-2026.
• In 2023 wordt gewerkt aan een toekomstbestendige vastgoedinvulling die qua faciliteiten en locaties het werk optimaal ondersteunt. Huisvesting die niet meer nodig is om beheerwerkzaamheden uit te voeren stoten we af.
• In 2023 laat de provincie planmatig onderhoud uitvoeren aan diverse (vaar)wegen en (beweegbare) kunstwerken. Het betreft onder andere werk aan de:
  • wegen: N222, N231c, N447, N454, N471 en N489
  • vaarwegen: nautische voorzieningen incl. walstroom, vervanging van de oevers trajecten 6 (Oude Rijn), 8 (Oude Rijn), 9 (Gouwe),10 (Merwedekanaal)
  • beweegbare kunstwerken: Hoornbrug, Nieuwe Tolbrug, Hartelcorridor,, Koningin Julianabrug (in opdracht van gemeente Alphen aan den Rijn);
  • vaste kunstwerken: diverse kunstwerken verspreid in het areaal, inclusief de vervanging van pompen en gemalen.

Als het financieel en ruimtelijk mogelijk is, combineren we de onderhoudswerkzaamheden met functionele verbeteringen van veiligheid, doorstroming en omgevingskwaliteit. In 2023 voeren we ook studies uit en werken we aan de voorbereiding van projecten die in 2024 en verder worden uitgevoerd.

• We ontwikkelen (digitale) tools om steeds sneller op de hoogte zijn van de incidenten en daarop snel te kunnen inspelen  en ook om beter te kunnen volgen welke meldingen zijn gedaan en wat daarmee is gebeurd.
• In 2023 werken we verder aan de Versterkingsaanpak beweegbare kunstwerken waarmee we in 2020 zijn gestart. De belangrijkste thema's van deze aanpak zijn risicomanagement en ontwikkeling en gunning aan de markt van een nieuw contract voor dagelijks onderhoud van beweegbare bruggen en sluizen. Informatievoorziening aan bestuur en politiek-bestuurlijke sensitiviteit blijven ook belangrijke aandachtspunten.
• In 2023 gaan we beplantingsplannen opstellen voor bomen die aan vervanging toe zijn. Daarmee dragen we onder meer bij aan een veilig, vitaal en klimaatbestendig bomenbestand, meer biodiversiteit en een betere weerbaarheid tegen ziekten en plagen;
• In 2023 wordt het beheerplan voor faunavoorzieningen op en bij infrastructuur vernieuwd. Dit plan geeft de beheerstrategie weer zodat de faunavoorzieningen functioneel in stand gehouden worden;
• In 2023 worden de natuurvriendelijke oevers langs de Oude Rijn hersteld. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van duurzame technieken en afbreekbare materialen om beton en plastics te vervangen (geotextiel).
• In 2023 starten we met de uitvoering van het project duurzame oevers. Hierin worden op vaarwegtrajecten 2 (Rijn-Schiekanaal), 7 (Aarkanaal) en 8 (Oude Rijn) innovatieve oevers toegepast met een minimale milieukostenindicator (MKI). De innovaties worden over lengtes van ongeveer 350 meter toegepast. Waar de oeverstabiliteit het toelaat worden de overige oevers in dit project uitgevoerd met houten damwanden. Waar dit niet mogelijk is, wordt staal toegepast.
• In 2023 wordt een OTO (opleiden, trainen en oefenen) doorlopen met medewerkers van de Dienst Beheer Infrastructuur en Rijkswaterstaat om gereed te staan voor de openstelling van de Rijnlandroute en overdracht van contractmanagement van de projectorganisatie naar de beheerders.

Verkeersmanagement (brugbediening, incidentmanagement), verkeerssystemen:

• In 2023 starten we  met een programma om software, hardware en netwerkcomponenten  voor afstandsbediening van  beweegbare kunstwerken toekomstbestendig te houden. Dit programma neemt meerdere jaren in beslag;
• Met de gemeenten Den Haag en Rotterdam wordt werken wet aan vernieuwing van de software voor het netwerkmanagementsysteem. Dit systeem wordt gebruikt voor de aansturing van de verkeersgeleidingssystemen zoals de Dynamische Route Informatiepanelen (DRIP's), camera’s en verkeersregelinstallaties.
• Diverse onderhoudscontracten voor verkeerssystemen, zoals verkeersregelinstallaties en openbare verlichting, lopen in 2023 af. Deze contracten worden in 2023 aanbesteed. Waar mogelijk gaan we  deze contracten bundelen in één geïntegreerd contract.

.
Juridisch beheer:

• Naar verwachting zijn in 2023, naast de nautische BOA's, ook vijf weginspecteurs aangewezen als bijzondere opsporingsambtenaar (BOA). Zij zullen een bijdrage leveren aan de veiligheid op en de bruikbaarheid van de provinciale wegen. Voor de BOA's op wegen en vaarwegen is begin 2023 een applicatie operationeel om  de privacyeisen van  de Wet politiegegevens in te vullen en de opsporingswerkzaamheden, zoals waarschuwen en verbaliseren efficiënter uit te voeren. Daarnaast stellen we  in 2023 een nalevingsstrategie vast die de uitvoering van toezicht en handhaving op wegen en vaarwegen transparant maakt en de uniformiteit in optreden waarborgt;
• De verwachting is dat de Omgevingswet per 1 januari 2023 in werking treedt. De Zuid-Hollandse Omgevingsverordening (ZHOV) en de Verordening nautisch beheer treden tegelijk met de Omgevingswet in werking. Met de inwerkingtreding van de ZHOV ontstaat een meldingsplicht in plaats van een vergunningsplicht voor bepaalde werkzaamheden aan kabels en leidingen. Publicaties van omgevingsdocumenten (visie, verordening en besluiten), aanvragen van vergunningen en het doen van meldingen op basis van de Omgevingswet zullen na inwerkingtreding van de Omgevingswet verlopen via het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). DBI sluit daarop aan met een nieuw zaaksysteem.
• Door ruimtelijke ontwikkelingen, waaronder de aanleg van nieuw areaal, kan de huidige functie van provinciale wegen in het netwerk veranderen. Ook in 2023 voeren we overleg met medeoverheden om afspraken te maken over de voorwaarden waaronder zij bereid zijn het eigendom, beheer en onderhoud van bepaalde provinciale wegen over te nemen.

Bedrijfsvoeringsmiddelen:
Voor de uitvoering van de beheertaken zijn voor de medewerkers in de buitendienst faciliteiten nodig zoals steunpunten met werkplekken, opslag voor strooimateriaal en zout, voer- en vaartuigen en ligplaatsen. Om deze faciliteiten op een voldoende niveau te laten functioneren worden in 2023 de volgende maatregelen getroffen:

• Vernieuwing van het wagenpark;
• Ontwikkeling van plannen om bestaande patrouillevaartuigen door duurzame vaartuigen te vervangen;
• Ontwikkeling van plannen voor huisvesting, om de toekomst van steunpunten voor wegen en vaarwegen te optimaliseren;
• Verdere ontwikkeling van de plannen om de bestaande bediencentrales De Waard en Leidschendam, de Incidentcoördinatiedesk en de opleidings-, trainings- en oefenlocatie samen te voegen en te huisvesten op één locatie;
• Afstoten van huisvesting die niet meer nodig is voor de uitvoering van beheerwerkzaamheden.

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestaties halen?
De provincie wil bij uitvoering van planmatig onderhoud zo veel mogelijk CO ₂ -uitstoot besparen, het gebruik van primaire grondstoffen verminderen en provinciale (vaar)wegen energiezuinig maken tijdens het reguliere gebruik. Daarom:

• stellen wij locaties beschikbaar voor pilots en schalen wij succesvolle pilots op.
• kijken we naar mogelijkheden om onderhoudstrajecten duurzaam aan te pakken en maken we hierin afwegingen op basis van levenscycluskosten en maatschappelijke kosten en baten.
• benutten we mogelijkheden om energie te besparen en op te wekken als dit rendabel is.
• leveren we met ecologisch bermbeheer een bijdrage aan instandhouding en verbetering van de biodiversiteit.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?
In 2023 gaan we verder met projecten zo duurzaam mogelijk uit te voeren. We nemen duurzaamheid mee bij de formulering van projectdoelen, het ontwerp en de aanbesteding. Hiervoor benutten we de handreiking duurzame infrastructuur en het bijbehorende platform. Op basis van Life Cycle Costs en Total Cost of Ownership bepalen we welke maatregelen haalbaar en betaalbaar zijn binnen het beschikbare beheer- en onderhoudsbudget. We ontwikkelen daarnaast een monitoringssysteem op basis van de milieukostenindicator en CO ₂ .

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?  
De provincie wil een transitie naar een energie-efficiënte samenleving, waarbij op termijn grotendeels duurzaam en CO ₂ -neutraal in de energiebehoefte wordt voorzien. Om dit te bereiken: 

• rijdt in 2030 al het regionaal openbaar vervoer, waarvoor de provincie concessiehouder is, volledig emissievrij.  
• is in 2050 van elke provinciale weg en vaarweg de CO ₂ -balans neutraal.  
• zetten we in op: 
  • Tank- en laadinfrastructuur voor de transitie naar zero-emissie vervoer; 
  • Transitie naar zero-emissie personenvervoer over weg en water; 
  • Transitie naar zero-emissie goederenvervoer over weg en water; 
  • Circulaire en klimaatneutrale provinciale infrastructuur; 
  • Ondersteuning bij regionale mobiliteitsprogramma’s of -plannen (RMP’s). 
  • Mogelijkheden om de uitstoot van stikstofoxiden bij kwetsbare gebieden te reduceren in bovenstaande trajecten.
• beperken we de hinder voor omwonenden van luchtvaart in Zuid-Holland en willen we het aantal nachtvluchten terugdringen. Voor ons is de huidige geluidsruimte van Rotterdam The Hague Airport ook de maximale. 
• gaan wij terughoudend om met nieuwe locaties voor commerciële en bedrijfsgebonden luchtvaart, helikopterhavens, luchthavens voor onbemande luchtvaartuigen en luchthavens voor gemotoriseerde recreatieve luchtvaart. Luchthavens met een duidelijk maatschappelijk belang (zoals heliplatforms bij ziekenhuizen) ondersteunen we wel. 
• blijven wij via verkenningen en netwerken op de hoogte van (internationale) ontwikkelingen die lokale en regionale mobiliteit kunnen beïnvloeden en nieuwe luchtvaarttoepassingen kunnen opleveren. Deze kennis leidt op termijn mogelijk tot nieuwe beleidskeuzes. We evalueren het beleid voor kleine en recreatieve luchtvaart. Dit leidt mogelijk tot nieuwe beleidsvoorstellen. 

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?  

• In 2023 zetten we samen met gemeenten de uitvoering van activiteiten uit de Regionale Aanpak Laadinfrastructuur Zuidwest (RAL ZW) voort. De provincie Zuid-Holland organiseert samen met de provincie Zeeland diverse activiteiten om gemeenten te ondersteunen met de uitrol van laadinfrastructuur voor elektrisch vervoer. Denk hierbij aan advies om laadvisies op te stellen, ondersteuning om plankaarten te maken, samenwerking om snelladen in de publieke ruimte te organiseren, kennisdelingsbijeenkomsten, afstemming met netbeheerders en een aanpak voor realiseren van laadinfrastructuur op bedrijventerreinen.  
• We blijven onze verkeersregio's ondersteunen bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van regionale mobiliteitsplannen. Dit doen wij door aan te sluiten bij bijeenkomsten in de regio’s en sessies tussen de regio’s te organiseren. Om zo de kennisuitwisseling tussen de regio’s te faciliteren.  
• In het Zuid-Hollandse OV varen in 2023 6 hybride en 3 elektrische waterbussen. In de concessie Hoeksche Waard en Goeree-Overflakkee zijn 24 waterstofbussen in dienst en in de concessies Drechtsteden, Molenlanden en Gorinchem en Zuid-Holland Noord rijden elektrische bussen. In de Drechtsteden worden ook deelfietsen aangeboden in combinatie met de concessie. We blijven in de lopende en nieuwe concessies er aan werken om in 2030 emissievrij te zijn.  
• We werken aan zero-emissie goederenvervoer door (op)laadpunten te maken en zero-emissie vaardiensten met CityBarge/Kotug en ZES (Alblasserdam/2 ^e Maasvlakte) op te zetten. Daarnaast werken we samen met NRW in RH2INE om het  gebruik van waterstof te stimuleren. De eerste op waterstof varende schepen verwachten we  in 2023, met daarna een Kickstart van 12 schepen.  
• De resultaten van CLINSH zijn verwerkt in een Provincie Narratieve Schone schepen 2023. Er worden scheepstype-gerichte bijeenkomsten georganiseerd met partijen uit de maritieme sector, binnenvaart en logistiek, waarbij de daadwerkelijke consolidatie van verduurzamingstransitiepaden is ingezet. We werken verder aan spoorverbindingen voor vers als alternatief voor het wegvervoer (zie Beleidsprestatie 2-1-1 efficiënt goederenvervoer). 
• We blijven met partners in MIRT Goederenvervoercorridors werken aan uitgangspunten voor Clean Energy Hubs gericht op uitrol in Zuid-Holland voor goederenvervoer over de weg en via het water.
• We evalueren de aanbesteding van project Zon op infra (fietspaden) en bepalen op basis daarvan hoe dit project wordt voortgezet. In dit project onderzoeken we  samen met de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant of het opwekken van zonne-energie op fietspaden in de toekomst voldoende kan bijdragen aan de klimaatdoelstellingen. 
• We voeren onze wettelijke taak uit met betrekking tot luchtvaart. Vanwege een sterke toename van kleinschalige luchtvaart, zoals drones is intensivering van de provinciale inzet noodzakelijk en herziening van het luchtvaartbeleid wenselijk op basis van lopend onderzoek.

Hoe willen we dit beleidsdoel en de beleidsprestatie halen?
De provincie Zuid-Holland wil samen met het Rijk, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, onze zes bestuurlijke regio’s, de gemeenten, waterschappen, politie, het Openbaar Ministerie, het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid en maatschappelijke partners (zoals ANWB, Fietsbond, Veilig Verkeer Nederland) het verkeer in onze provincie veiliger maken. De provincie wil de infrastructuur veiliger maken en verkeersveilig gedrag en adequate verkeershandhaving bevorderen. Hierdoor moet de verkeersveiligheid verbeteren en het aantal verkeersslachtoffers verminderen. De onderlinge samenwerking blijven we intensiveren.

We werken met andere wegbeheerders samen om verkeersonveilige infrastructuur aan te pakken. Verkeersveiligheid is een harde voorwaarde bij nieuwbouw en beheer en onderhoud aan infrastructuur voor bijvoorbeeld doorstroming van fietsers, openbaar vervoer en auto’s. Omdat verkeersveiligheid zo is ingebed in infrastructurele projecten, hanteert de provincie steeds minder aparte budgetten/projecten voor veiliger verkeer. Verbeteringen aan bestaande, maar ook nieuwbouw infrastructuurprojecten worden zoveel mogelijk volgens de richtlijnen Duurzaam Veilig ontworpen en aangelegd. Voorbeelden zijn de verbreding van fietspaden en de aanleg van ongelijkvloerse kruisingen van wegen (met een tunnel of viaduct): dan worden dat fietspad en die weg automatisch veiliger.

Welke maatregelen zien we en welke instrumenten zetten we daarbij in?

• We werken aan de voorbereiding van infrastructuurprojecten
  • N443
  • N231
  • N447
  • N462 dwarsprofiel en kruispunt Golfpad
  • N471 dwarsprofiel
• We starten de uitvoering van infrastructuurprojecten en ronden reeds gestarte projecten af:
  • N223: duurzaam veilig fase 3
  • N218-N496
  • N216 Rotonde Goudriaan
• We beïnvloeden het (veilig) gedrag van de verkeersdeelnemer via het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid Zuid-Holland (ROV Zuid-Holland). Dit gebeurt via diverse campagnes en programma’s, zoals SCHOOL op SEEF (basisonderwijs), TotallyTraffic (voortgezet onderwijs) en Doortrappen (fietsveiligheid senioren). De gezamenlijke noemer is ‘Maak een punt van nul’.
• We monitoren de voortgang van de regionale uitvoeringsprogramma’s gedragsbeïnvloeding 2022-2024.
• We voeren we overleg met politie en Openbaar Ministerie om afspraken te maken over effectievere verkeershandhaving.
• We gaan aan de slag met (beleids)aanbevelingen en mogelijke beleidsvoorstellen die voortkomen uit de onderzoeken:
  • Huidig toelatingsbeleid van landbouwverkeer op provinciale wegen.
  • Toepassing afwegingskader met 30 km/h als leidend principe binnen de bebouwde kom in Zuid-Holland.

Monitoren en beleidsevaluatie

• In 2023 gaan we aan de slag met de aanbevelingen en mogelijke beleidsvoorstellen die voortkomen uit de evaluatie van het provinciaal Uitvoeringsprogramma Verkeersveiligheid 2021-2030.
• We evalueren de ontwikkelde monitoringsmethodiek '0 slachtoffers in 2050'.